This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
3.3 Neerslag, hier veel en daar weinig
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Je weet het verschil tussen de korte en lange kringloop
Je weet wat waterdamp en condens is
Je weet hoe de regen ontstaat en wat de vesrxhillem zijn tussen stijgings,- stuwings,- en frontale neerslag
Slide 2 - Slide
Wat is de natste plek op aarde?
Slide 3 - Open question
Wat denk je dat de waterkringloop voorstelt?
Slide 4 - Mind map
Korte kringloop
water verdampt uit zee
hoog in de lucht verandert waterdamp in druppels
valt via de neerslag terug in zee
Slide 5 - Slide
Lange kringloop
water verdampt uit zee
wind waait waterdamp naar land
valt via de neerslag terug in zee
Neerslag gaat terug naar zee, vooral via de rivieren, als:
smeltwater, regenwater, grondwater
Slide 6 - Slide
Korte kringloop
Lange kringloop
Neerslag
Slide 7 - Slide
Water heeft drie vormen: vloeibaar water, waterdamp (gasvorm), ijs (vaste vorm)
In de waterkringloop verandert het water steeds van vorm.
afgekoelde waterdamp wordt condens (kleine druppels)
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Ontstaan van wolken.
Zet de zinnen in de goede volgorde, begin met 1.
1
de zon verwarmt het zeewater
2
waterdamp in afgekoelde lucht condenseert
3
warme lucht is licht en stijgt
4
stijgende lucht koelt af
5
warm zeewater verdampt
6
er ontstaan wolken
Slide 11 - Slide
Typ je antwoord in
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Video
Ik wil graag een poster over de waterkringloop maken (cijfer).
😒🙁😐🙂😃
Slide 14 - Poll
Maken H3.3
Sta je hoger dan een 7? Dan mag je opdracht 1 en 2 overslaan.
Slide 15 - Slide
Welke vormen van neerslag ken je?
Slide 16 - Mind map
Les 2: Neerslag
Slide 17 - Slide
Wat gaan we doen?
Voorkennis
Uitleg
Aan de slag
Afsluiting
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Neerslag
Sneeuw
Gletsjer
Verdamping
Condensatie
Wolken
Grondwater
Slide 20 - Drag question
In welke drie vormen komt water in natuur voor?
Slide 21 - Open question
Hoe gaat neerslag terug naar zee?
Slide 22 - Open question
Wat is het verschil tussen de korte en de lange waterkringloop?
Slide 23 - Open question
Stijgingsregen
Stijgingsregen ontstaat doordat er warme lucht opstijgt. Daarboven koelt hij ook weer af. Door de afkoeling ontstaan druppels (condensatie) en deze vallen uiteindelijk naar beneden.
Dit gebeurt vooral veel in de tropen.
Slide 24 - Slide
Stijgingsregen
Slide 25 - Slide
Stuwingsregen
ontstaat bij gebergte. De natte lucht moet dan stijgen omdat hij anders niet over de berg heen kan. De lucht wordt dus omhoog gestuwd.
De lucht koelt weer af waardoor er regen ontstaat.
Slide 26 - Slide
Stuwingsregen
Slide 27 - Slide
Het ontstaan van stuwingsregen:
Vochtige zeelucht stijgt tegen de bergen op
Waterdamp condenseert - wolken
Neerslag aan de zeekant van het gebergte
Andere kant is droog
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Welke soort regen kom je tegen in een tropisch regenwoud
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
Slide 30 - Quiz
Frontale neerslag
is als warme en koude lucht botsen met elkaar.
Het front ligt op het punt waar de koude en warme lucht elkaar raken.
De koude lucht is zwaarder en dwingt de warme lucht om op te stijgen en daardoor ontstaat regen. Dit hebben we vaak in Nederland.
Slide 31 - Slide
Stijgingsneerslag
Frontale neerslag
Stuwingsneerslag
Slide 32 - Drag question
Warme en koude lucht botsen met elkaar
Warme lucht stijgt op. Daarboven koelt hij ook weer af. Door de afkoeling ontstaan druppels/regen
De lucht wordt omhoog gestuwd,
Door de afkoeling ontstaan druppels/regen
Slide 33 - Drag question
richting van de warme lucht
Stuwingsneerslag
Frontale neerslag
Stijgingsneerslag
Slide 34 - Slide
Wat is tegenovergestelde van condensatie?
A
Vriezen
B
Smelten
C
Verdampen
Slide 35 - Quiz
Hoe noem je verandering van de waterdamp naar de druppels?
Slide 36 - Open question
Water verandert van vorm
1. water wordt verwarmd waterdamp (verdamping)
2. waterdamp wordt afgekoled druppels (condensatie)
3. water wordt afgekoeld ijs ( bevriezen)
4. ijs wordt verwarmd water (smelten)
Slide 37 - Slide
Aan de slag
H3.3 maken
Sta je hoger dan een 7, dan mag je opdracht 1 en 2 overslaan.