This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
snelheid, versnellen en vertragen
Slide 1 - Slide
wat gaan we doen
Wat is gemiddelde snelheid ook alweer
Constante snelheid in beeld
Wat is een versnelde beweging ook alweer
Wat is een vertraagde beweging ook alweer
Slide 2 - Slide
in de formule staat s voor snelheid
s=v⋅t
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
de tijd in seconde is het aantal minuten x60
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
55 minuten = 0,55 uur
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Dafne Schippers werd wereldkampioen op de 200m. Hoe groot was haar gemiddelde snelheid?
A
4,33 m/s
B
9,25 m/s
C
21,63 m/s
D
0,10 m/s
Slide 6 - Quiz
snelheid
hoeveel afstand je in een bepaalde tijd aflegt
Als iets een snelheid heeft kun je uitrekenen welke afstand wordt afgelegd in een bepaalde tijd.
afstand = snelheid x tijd
s=v⋅t
Slide 7 - Slide
grootheid
symbool
eenheid
afstand
s
meter
m
tijd
t
seconde
s
snelheid
v
meter per seconde
m/s
s=v⋅t
Slide 8 - Slide
gemiddelde snelheid
Schippers liep 200 m in 21,63 seconde.
v
vgem=ts
v=21,63200
v=9,25m/s
Slide 9 - Slide
Snelheid
Slide 10 - Slide
Antwoord op vraag 7 met formule, berekening en eenheid
timer
2:00
Slide 11 - Open question
antwoord van vraag 8 met formule, berekening en eenheid
timer
3:00
Slide 12 - Open question
antwoord op vraag 9 met berekening, formule en eenheid
timer
3:00
Slide 13 - Open question
constante snelheid
de snelheid verandert niet
de grafiek is een rechte horizontale lijn
je legt elke seconde dezelfde afstand af
Slide 14 - Slide
snelheid-tijd diagram
v,t-diagram
afstand-tijd diagram
s,t-diagram
Slide 15 - Slide
aan de slag
maken 10-11-12
timer
10:00
Slide 16 - Slide
Wat is versnelling ook alweer?
Slide 17 - Open question
Versnelling
Slide 18 - Slide
Versnellen
Versnelling is een verandering van snelheid
Versnelling = de snelheidsverandering in één seconde.
Slide 19 - Slide
De achtbaan Superman the ride in Sixflags is anders dan andere achtbanen. Er wordt niet omhoog getakeld maar de trein wordt versnelt over een recht stuk baan.
In 2 seconden versnelt de trein van 0 m/s tot 32,8 m/s.
Bereken hoe lang het rechte stuk baan is waar de versnelling plaats vindt.
Slide 20 - Slide
(eenparig) versnelde beweging
elke seconde wordt de snelheid groter
de afstand wordt dus ook elke seconde groter die je aflegt
vgem=2(vbegin+veind)
Slide 21 - Slide
v,t-diagram
s,t-diagram
Slide 22 - Slide
(eenparig) vertraagde beweging
de snelheid wordt steeds kleiner
je legt iedere seconde een kleinere afstand af
de afgelegde afstand neemt wel toe, maar steeds minder