sociaal zekerheidsrecht- les 4 AOW

AOW
1 / 17
next
Slide 1: Slide
rechtenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

AOW

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

AOW
we gaan nu oefenen met de AOW

we beginnen eerst met een aantal algemene vragen over pensioen en de AOW 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar kan je pensioen naast een aow-uitkering uit bestaan?

Slide 3 - Open question

een bedrijfspensioen
eigen opgebouwd voorzieningen zoals lijfrente, spaargeld, overwaarde
wat voor een verzekering of voorziening is de AOW?
A
sociale voorziening
B
werknemersverzekering
C
volksverzekering

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

wordt er premie betaald om de AOW te kunnen betalen en zo ja door wie
A
nee, er wordt geen premie betaald
B
ja, door de mensen met een AOW-uitkering
C
ja, door alle ingezetenen met een inkomen uit arbeid of uitkering

Slide 5 - Quiz

dit heet het omslagsysteem
verzekerd voor de AOW
In welke situatie ben je nu wel of juist niet voor de AOW verzekerd

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Geef aan of de volgende persoon op dit moment verzekerd is voor de AOW:
een Nederlander die al 15 jaar in Amerika woont

Slide 7 - Open question

nee, hoofdregel is dat je ingezetene bent van Nederland en dat is hij (nu) niet
Op dit moment verzekerd voor de AOW of niet:
een Turkse man hier al 20 jaar woont, maar sinds 5 jaar over de grens in Duitsland werkt

Slide 8 - Open question

nee, want langer dan 3 maanden werken in buitenland
verzekerd of niet:
een Nederlander die in Belgie woont, maar in Nederland in loondienst werkt

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

recht en hoogte AOW
wanneer recht op AOW en hoe hoog is de uitkering?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

is het voor de hoogte van de AOW-uitkering relevant of je samenwoont of niet?
A
nee, want iedereen krijgt hetzelfde bedrag
B
ja, want de AOW-gerechtigde die samenwoont, krijgt 20% minder dan de alleenstaande AOW-er

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

als Piet als alleenstaande 66 jaar en 4 maanden wordt, welk percentage van het minimumloon ontvangt hij dan en hoeveel € is dit dan?

Slide 12 - Open question

70%
zie KG p. 288
Wat krijgt Piet nu als hij een minderjarige dochter heeft aan percentage en bedrag?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Piet is gaan samenwonen met Ingrid die al 68 is en met wie hij een gezamenlijke huishouding voert. Wat krijgt Piet nu aan AOW-percentage en bedrag? en maakt het daarbij uit of hij getrouwd is of samenwonend?

Slide 14 - Open question

samenwonend dus 50%
bedrag zie  p 288 KG
trouwen is hetzelfde percentage als samenwonen
Piet is weer weg bij Ingrid en gaat met zijn volwassen zoon samenwonen. Wat krijgt Piet nu aan AOW-percentage? En maakt het daarbij voor het percentage en dus de hoogte van de uitkering uit of zijn zoon een inkomen heeft?

Slide 15 - Open question

dit is een uitzondering op de regel, want bloedverwantschap in de eerste graad, zorgt ervoor dat de samenlevingsregel niet opgaat en je dus 70% krijgt.
inkomen van de partner maakt niet uit, nu de AOW-inkomensonafhankelijk is.
De heer Demir is 66 jaar en 4 maanden oud en is alleenstaande in 2021. Hij houdt zich bezig met zijn AOW. Hij is in 2001 naar Nederland gekomen en is toen voor een Nederlands bedrijf gaan werken. Hij wil graag informatie over zijn AOW.
1. Wanneer heeft hij recht op AOW?
2. Hoe hoog is zijn AOW-uitkering?
3. Welk percentage ontvangt hij hiervan, nu hij meerdere jaren in het buitenland heeft gewoond?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Antwoord opdracht AOW
AOW-leeftijd = 66 jaar en 4 maanden
Dus in 2021 recht op pensioen
Hij is alleenstaande, dus de hoogte van zijn uitkering is €1245,04 (dit is 70% van het minimumloon)
Per jaar in Nederland gewoond (vanaf 50 jaar voor je AOW-leeftijd) bouw je 2% van deze AOW-uitkering op, tot dus maximaal 50 jaar x 2%= 100%
2021 (AOW-leeftijd) - 2001 (jaar dat hij naar Nederland kwam) = 20
20 jaar x 2% = 40% heeft hij dus opgebouwd van zijn AOW-uitkering. 
Dus krijgt hij 40% van €1246,04

Slide 17 - Slide

This item has no instructions