1.2 economie en geld

Leg je huiswerk op tafel
Opdracht 14, 15, 16
1 / 44
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Leg je huiswerk op tafel
Opdracht 14, 15, 16

Slide 1 - Slide

1.2 economie en geld
Paragraaf 2 van de 4. 
Nog 3 weken tot proefwerk H1

Slide 2 - Slide

Hoe noteer je 14583238 euro en 8 cent correct?
timer
0:25

Slide 3 - Open question

Schrijf uit hoe je € 79.431.010,20 uitspreekt.
timer
0:30

Slide 4 - Open question

Je leert in deze paragraaf:
1) het verschil tussen directe en indirecte ruil.
2) welke soorten geld er zijn.
3) hoe je met verschillende soorten geld kunt betalen.
4) Wat de voordelen van elektronisch betalen zijn. 
5) hoe je kunt berekenen hoeveel geld er op je geldrekening staat.

Slide 5 - Slide

Directe ruil, indirecte ruil, ruilmiddel

Slide 6 - Slide

Evolutie van geld

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Waarom muntgeld?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Indirecte ruil
Directe ruil

Slide 11 - Drag question

Kenmerken van een ruilmiddel
Makkelijk deelbaar in kleine stukken
Je kan het goed bewaren en meenemen
Iedereen wilt het hebben

Slide 12 - Slide

Je leert in deze paragraaf:
1) het verschil tussen directe en indirecte ruil.
2) welke soorten geld er zijn.
3) hoe je met verschillende soorten geld kunt betalen.
4) Wat de voordelen van elektronisch betalen zijn. 
5) hoe je kunt berekenen hoeveel geld er op je geldrekening staat.

Slide 13 - Slide

Maak opdracht
2 en 3 (blz. 16+17)
Tijd: 3 minuten 
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/vrouw toegestaan
Klaar: Lees blz. 17 en maak opdracht 11.
timer
3:00

Slide 14 - Slide

Chartaal en giraal geld
Chartaal geld = munten en bankbiljetten (tastbaar)
Giraal geld = op de bankrekening (ontastbaar)

Hoe noemen wij chartaal geld in de volksmond?

Slide 15 - Slide

Giraal geld
Chartaal geld

Slide 16 - Drag question

Afronden op 0 of 5 cent
Afronden mag alleen wanneer je met met contact geld betaalt. 
Met pinpas betaal je het exacte bedrag.


Slide 17 - Slide

Afronden op 0 of 5 cent

Slide 18 - Slide

Je hebt een rekening van €5,97 in de supermarkt, hoeveel betaal je als je chartaal/contant betaalt?

Slide 19 - Open question

Je hebt een rekening van €18,18 in de supermarkt, hoeveel betaal je als je chartaal/contant betaalt?

Slide 20 - Open question

Je hebt een rekening van €4,02 in de supermarkt, hoeveel betaal je als je giraal/elektronisch betaalt?

Slide 21 - Open question

Je leert in deze paragraaf:
1) het verschil tussen directe en indirecte ruil.
2) welke soorten geld er zijn.
3) hoe je met verschillende soorten geld kunt betalen.
4) Wat de voordelen van elektronisch betalen zijn. 
5) hoe je kunt berekenen hoeveel geld er op je geldrekening staat.

Slide 22 - Slide

Maak opdracht
2, 3, 7, 8, 9 (blz. 18+19)
Tijd: 6 minuten 
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/vrouw toegestaan
Zet het in je VIP voor vandaag
Klaar: Plusopdrachten t/m 7
timer
6:00

Slide 23 - Slide

Leg je huiswerk op tafel
2, 3, 7 t/m 9

Slide 24 - Slide

Hoe betaal jij?

Slide 25 - Slide

Wat zijn voordelen voor elektronisch betalen?

Slide 26 - Slide

Wat zijn voordelen van elektronisch betalen?
Sneller
Veiliger, want moeilijker te stelen (met 1 uitzondering)
En... wat is het voordeel voor de overheid?

Slide 27 - Slide

Noem 2 voordelen van giraal/digitaal/elektronisch betalen

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Je leert in deze paragraaf:
1) het verschil tussen directe en indirecte ruil.
2) welke soorten geld er zijn.
3) hoe je met verschillende soorten geld kunt betalen.
4) Wat de voordelen van elektronisch betalen zijn. 
5) hoe je kunt berekenen hoeveel geld er op je geldrekening staat.

Slide 30 - Slide

Maak opdracht
10, 12, 13 (blz. 19+20)
Tijd: 6 minuten 
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/vrouw toegestaan
Klaar: Lees blz. 17 en maak opdracht 11.
timer
4:00

Slide 31 - Slide

Hoeveel staat er op je rekening?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Hoeveel staat er op je rekening?
Nieuw saldo = oud saldo + inkomsten - uitgaven

Slide 34 - Slide

Oud ==> Nieuw saldo
Je hebt €1.500,00 op jouw rekening staan. In een maand krijg je €500,- op je rekening en geef je €700,- uit. Hoeveel heb je daarna op de bankrekening?

Slide 35 - Slide

Joep heeft €500 op de rekening staan. In een maand krijgt Joep €2000 op de rekening en geeft €1900 uit. Hoeveel heeft Joep daarna op de bankrekening?

Slide 36 - Open question

Simpel?
Maak opdracht 15 en 16 a+b

Slide 37 - Slide

Joep heeft €400 op de rekening staan. In een maand krijg je €1000 op je rekening en geeft €900 uit. Hoeveel heeft Joep daarna op de bankrekening?

Slide 38 - Open question

Oud <== nieuw saldo
We gaan terug in de tijd. 
1. We starten bij het nieuwste saldo. 
2. We kijken naar inkomsten en uitgaven, maar draaien het om, omdat we terug de tijd in gaan. 
Oud saldo = nieuw saldo - nieuwe inkomsten + nieuwe uitgaven

Slide 39 - Slide

Oud <== Nieuw saldo
Aramiz heeft deze maand €400,00 uitgegeven, zijn inkomsten waren deze maand €1000,00. Nu heeft hij €2000,00 op zijn rekening staan. Wat stond er voor deze maand op zijn rekening? 

Slide 40 - Slide

Nadia heeft nu €1.000,- op haar rekening staan. Deze maand heeft ze €800,00 uitgegeven en had €1.200,00 aan inkomsten. Wat stond er voor deze maand op haar rekening?

Slide 41 - Open question

Nadia heeft deze maand €900,00 uitgegeven, haar inkomsten waren deze maand €1.600,00. Nu heeft ze €1.000,00 op haar rekening staan. Wat stond er voor deze maand op haar rekening?

Slide 42 - Open question

Je leert in deze paragraaf:
1) het verschil tussen directe en indirecte ruil.
2) welke soorten geld er zijn.
3) hoe je met verschillende soorten geld kunt betalen.
4) Wat de voordelen van elektronisch betalen zijn. 
5) hoe je kunt berekenen hoeveel geld er op je geldrekening staat.

Slide 43 - Slide

Maak opdracht
14, 15, 16a+b (blz. 20+21)
Tijd: 5 minuten 
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/vrouw toegestaan
Klaar: Plusopdrachten t/m 7
timer
5:00

Slide 44 - Slide