3H: Taal: Stijl en beeldspraak

3H: Taal: Stijl en beeldspraak
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3H: Taal: Stijl en beeldspraak

Slide 1 - Slide

1. eufemisme
Eufemismen worden gebruikt ter vervanging van woorden die men bedreigend, kwetsend, onfatsoenlijk, onaangenaam of in een andere zin te negatief vindt.

Voorbeelden: heengaan, naar een betere wereld gaan, verscheiden, inslapen, ontslapen, de ogen sluiten, de grote reis aanvaarden  (voor: ‘doodgaan’ of ‘sterven’);

Slide 2 - Slide

2. understatement
Bij een understatement druk je bewust iets zwakker uit dan het in werkelijkheid is. Dit kan humoristisch werken of ergens de nadruk op leggen.

Voorbeelden:  
Die Cristiano Ronaldo kan wel een aardig balletje trappen.
Vandaag hebben we het Witte Huis gezien, best een leuk stulpje.

Slide 3 - Slide

3. Ironie
Ironie is een manier om op bedekte, milde wijze de spot te drijven met iets of iemand, bijvoorbeeld door het tegenovergestelde te zeggen van wat men bedoelt, of door sterk te overdrijven

Voorbeelden:
Wat had hij weer een gewéldige broek aan. 
(als het stortregent) Ideaal strandweertje!

Slide 4 - Slide

4. Sarcasme
Sarcasme is bijtende, scherpe spot en bovendien vaak kwetsend.  Bij sarcasme is de toon scherper en de houding kritischer dan bij ironie.

Voorbeelden: 
‘Je moet vooral zo doorwerken, dan kom je er in ieder geval’, zegt de mentor tegen de havoleerling (die zijn taak weer niet gemaakt heeft).
(een ouder tegen een kind met een slecht rapport) Je bent weer eens de beste leerling van de klas!

Slide 5 - Slide

5. vergelijking
Een vergelijking  is een vorm van beeldspraak die expliciet de overeenkomst noemt tussen het onderwerp en iets anders met de woorden als of zoals.

Voorbeeld: Ze is als de zon.

Slide 6 - Slide

6. metafoor
Je gebruikt een woord of beeld voor iets anders, waarmee het een overeenkomst vertoont. Het is een vorm van vergelijking, maar zonder het vergelijkingswoord 'als'.

Voorbeeld: De wereld is een podium.

Slide 7 - Slide

7. personificatie
Een personificatie is een vorm van beeldspraak waarbij levenloze zaken, niet-menselijke levensvormen of abstracte begrippen menselijke eigenschappen krijgen, vaak doordat het gaat om een menselijk werkwoord.

Voorbeeld: De zon streelde mijn wangen.

Slide 8 - Slide

Eufemisme
Understatement
Ironie
Sarcasme
Metafoor
vergelijking
personificatie
Mijn wortelkanaalbehandeling was een beetje vervelend.
Zij zit tussen twee banen in.
(een leerkracht tegen een leerling die te laat komt) Lekker uitgeslapen?
'Gaat weer makkelijk', zei de docent terwijl ze de deur van slot probeerde te krijgen.
Zijn ideeën vormen de pijlers van onze discussie.
De bergen fluisteren eeuwenoude verhalen.
Haar ogen glinsteren als sterren.

Slide 9 - Drag question

Om welke beeldspraakvorm gaat het in dit voorbeeld:
Hij is zo snel als een cheeta.

Slide 10 - Open question

Om welke beeldspraakvorm gaat het in dit voorbeeld:
Geweldig, nog meer werk op mijn vrije dag.

Slide 11 - Open question

Om welke beeldspraakvorm gaat het in dit voorbeeld:
De bomen fluisteren zachtjes in de wind.

Slide 12 - Open question

Om welke beeldspraakvorm gaat het in dit voorbeeld:
Het is een beetje fris buiten. (Het vriest)

Slide 13 - Open question

Om welke beeldspraakvorm gaat het in dit voorbeeld:
Ik ga even naar het kleinste kamertje.

Slide 14 - Open question

Om welke beeldspraakvorm gaat het in dit voorbeeld:
De klok fluistert geheimen door de stille kamer

Slide 15 - Open question

Om welke beeldspraakvorm gaat het in dit voorbeeld:
Heerlijk, nog een uurtje in de file!

Slide 16 - Open question

Verzin zelf een origineel voorbeeld van een van ironie.

Slide 17 - Mind map

Slide 18 - Mind map