le chemin en ville

vocabulaire la ville
1 / 71
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 71 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

vocabulaire la ville

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

un magasin de vêtements
een kledingwinkel

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

une librairie
een boekenwinkel

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

un magasin de sport
een sportwinkel

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

un skate-park
een skatepark

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

une boulangerie
een bakkerij

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

une boucherie
een slagerij

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

une gare
een station

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

une rue
een straat

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

une mairie
een gemeentehuis

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

un commissariat de police
een politiebureau

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

le chemin

Slide 27 - Slide

1) Vocabulaire

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

à gauche
naar links

Slide 30 - Slide

voorbeeld
Pour aller à la gare, prends la deuxième rue 
à gauche.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

à droite
rechts
Tip: in beide woorden zit een r

Slide 33 - Slide

voorbeeld
Tournez à droite à la fin de la rue.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

tout droit
rechtdoor

Slide 36 - Slide

voorbeeld
Au rond point continuez tout droit.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

un rond-point
een rotonde

Slide 39 - Slide

voorbeeld
Au rond-point, prenez la troisième sortie.

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

un carrefour
een kruispunt

Slide 42 - Slide

voorbeeld
Traverse le carrefour.

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

les feux
de verkeerslichten

Slide 45 - Slide

voorbeeld
Attention aux feux!

Slide 46 - Slide

2) structures

Slide 47 - Slide

2a) demander le chemin
de weg vragen

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

andere vragen die je kan stellen om de weg te vragen
Vous pouvez m' indiquer le chemin pour aller à ..., s.v.p.?
Comment je peux aller à ...?

Slide 50 - Slide

2b) expliquer/ indiquer le chemin

de weg uitleggen

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Slide

Il est temps pour un quiz!
Tijd voor een quiz!

Slide 55 - Slide

Hoe vraag je de weg in het Frans
A
Pardon madame, je cherche la gare,
B
Pardon monsieur, où est la grare, s'il vous paît!
C
Je ne sais pas!
D
la gare est tout droit

Slide 56 - Quiz

Wat betekent 'indiquer le chemin'?
A
de tijden aangeven
B
de weg wijzen
C
ondersteuning bij het lopen geven

Slide 57 - Quiz

traverser la rue
A
de weg vinden
B
de weg vragen
C
de weg oversteken
D
omrijden

Slide 58 - Quiz

kunt u me de weg wijzen?
A
vous pouvez m'aider?
B
tu peux m'indiquer le chemin?
C
vous pouvez m'indiquer le chemin?

Slide 59 - Quiz

Welk woord past niet in het rijtje?
A
le carrefour
B
la bouteille
C
le rond-point
D
le chemin

Slide 60 - Quiz

Wat betekent "tout droit"?
A
Links
B
Rechts
C
Rechtdoor

Slide 61 - Quiz

Wat betekent : à droite
A
naar links
B
naar rechts

Slide 62 - Quiz

Wat is de vertaling van:
à gauche
A
(naar) links
B
(naar) rechts

Slide 63 - Quiz

Welke vertaling heeft de juiste volgorde?
à droite, à gauche et tout droit
A
Links, rechtdoor en rechts.
B
Rechtdoor, links en rechts
C
Rechts, links en rechtdoor.
D
Links, rechts en rechtdoor

Slide 64 - Quiz

kunt u me de weg wijzen?
A
vous pouvez m'aider?
B
tu peux m'indiquer le chemin?
C
vous pouvez m'indiquer le chemin?

Slide 65 - Quiz

Welk woord past niet in het rijtje?
A
le carrefour
B
la bouteille
C
le rond-point
D
le chemin

Slide 66 - Quiz

Il est temps pour un jeu!
Tijd om te spelen!

Slide 67 - Slide

Matching game: le chemin
12 kaartjes met afbeeldingen
12 kaartjes met zinnen

Slide 68 - Slide

Zoek welke kaartjes bij elkaar horen

Slide 69 - Slide

Dit was de les!
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 70 - Poll

un carrefour
een kruispunt

Slide 71 - Slide