20200224 - 1Ta 1Ka - Lezen blok 3

Welkom bij Nederlands!
Klaar voor de les?
  • Telefoon in telefoontas?
  • Spullen op tafel?
  • We beginnen met 10 min lezen.
Vandaag:
- Lezen blok 3
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Klaar voor de les?
  • Telefoon in telefoontas?
  • Spullen op tafel?
  • We beginnen met 10 min lezen.
Vandaag:
- Lezen blok 3

Slide 1 - Slide

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Herhaling
Wat was ook alweer een alinea?

Slide 3 - Slide

Alinea's
  • Alinea van een tekst bestaat uit een aantal zinnen die met elkaar te maken hebben.
  • Een alinea begint altijd op een nieuwe regel. 
  • Je herkent alinea’s door een aantal zaken: witregels (hoeft niet), nummering (hoeft niet), inspringen.

Slide 4 - Slide

Geen alinea's
Wel alinea's

Slide 5 - Slide

Vragen
  1. Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?
  2. Waarom gebruikt een schrijver alinea's?
  1. Uit hoeveel alinea's bestaat

Slide 6 - Slide

TEKSTOPBOUW

Slide 7 - Slide

Tekstopbouw
Een goed opgebouwde tekst bestaat uit 3 delen: inleiding, middenstuk, slot.
  • Inleiding: hierin maak je kennis met het onderwerp.
  • Middenstuk: het onderwerp wordt besproken, verdeeld in deelonderwerpen.
  • Slot: de tekst wordt afgerond. In het slot kan een samenvatting of conclusie worden gegeven.

Let op! Lang niet alle teksten hebben een afrondende alinea. Het middenstuk loopt dan door tot aan het einde van de tekst.

Slide 8 - Slide

Vragen
  1. Uit welke drie delen bestaat een goed opgebouwde tekst?
  2. Wat voor informatie staat er in deel 1?
  3. Wat voor informatie staat er in deel 2?
  4. Hebben alle tekstvormen een slot? Leg uit.

Slide 9 - Slide

Zelf werken
Ga naar p. 136
Bekijk schema 3.11
Maak opdracht 40

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wat is een manier van inleiding?
A
een belangrijke vraag stellen
B
constatering geven

Slide 12 - Quiz

Wat is een manier van inleiden?
A
anekdote vertellen
B
conclusie geven

Slide 13 - Quiz


A
hoofdgedachte vertellen
B
onderwerp vertellen

Slide 14 - Quiz

Als je iets uit het nieuws vertelt in je inleiding, wat is dan de functie?
A
onderwerp introduceren
B
hoofdgedachte weergeven
C
aanleiding noemen
D
probleem noemen

Slide 15 - Quiz

Tekstdoel - Uitleg geven
Er zijn verschillende tekstdoelen:
  • informeren
  • amuseren
  • overhalen
  • uitleg geven (nieuw!)

Tekstdoel = uitleg geven: de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit of werkt.
Tekstsoort = uitleggende tekst
Tekstvorm = bijvoorbeeld: schoolboektekst, recept, handleiding

Slide 16 - Slide

Zelf werken
Pak p. 137 erbij
Maak opdracht 41

Slide 17 - Slide

Schrijf op in je schrift
  1. Welke vier tekstdoelen ken je?
  2. Welke vier tekstsoorten ken je?
  3. Noem van iedere tekstsoort een voorbeeld van een tekstvorm.

Slide 18 - Slide

Lesdoel gehaald?

- Wat is een goede tekstopbouw?
- Hoe herken je een alinea?
- Welke functies kan een inleiding hebben?

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Maak thuis opdracht 42

Slide 20 - Slide