Omgeving

Omgeving
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Omgeving

Slide 1 - Slide

Fictie - ruimte
Doel:
Je leert hoe een schrijver spanning creëert met ruimtelijke beschrijvingen. 

Slide 2 - Slide

Ik weet hoe een schrijver spanning creëert met ruimtebeschrijvingen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Ruimte - omgeving
* Ruimte is de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt, waarin personages zich bewegen. 
* Onder ruimte verstaan we niet alleen fysieke ruimtes, zoals een slaapkamer of een park, maar alle omschrijvingen over de omgeving. 

Slide 4 - Slide

Voorbeelden
Voorwerpen: flikkerende lampen, een kerstboom, een ambulance voor de deur.
Geluiden: geraas van verkeer, een tikkende klok, een glas dat kapot valt.
Weer en seizoenen: stralende zon, miezer, bittere vrieskou. 
Tijdperken: het heden, een jaar (1940), een verre toekomst.
Culturen: typische Japanse gerechten, personages met een dialect, jongerencultuur. 


Slide 5 - Slide

Beschrijven van omgeving in een verhaal
Functie van ruimtes in een verhaal:
- gebeurtenissen te omschrijven of om 
- een bepaalde sfeer weer te geven.
- spanning creëren doordat het juist contrasteert met de beschreven gebeurtenissen. 

Slide 6 - Slide

Omgeving in films
We gaan kijken naar scenes uit de film ‘ Vals’.

De 1e vraag: beschrijf de ruimte waarin deze scene zich afspeelt. Let op de hiervoor geleerde theorie. 


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Omgeving
Wat hebben jullie gezien? Hoe wordt de ongeving gebruik

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Welke kenmerken van spanning - ruimte wordt hier gebruikt?

Slide 11 - Mind map

Ik weet hoe een schrijver spanning creëert met ruimtebeschrijving
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Opdracht:

We hebben nu acht hoofdstukken uit Moordgeheim gelezen en je hebt een beeld van Cloë en van Milo. 

Milo is een hoofdpersoon in 'Moordgeheim'. Je gaat van hem een personagebeschrijving maken met de informatie die je nu weet. Je mag ook zelf dingen bedenken die bij Milo zouden passen. 
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Opdracht 2:
Schrijf een opsporingsbevel voor Milo. Gebruik hiervoor je personagebeschrijving. Het opsporingsbevel moet bestaan uit 15 - 20 zinnen. 

Probeer ook de omgeving te beschrijven waar Milo zich bevindt.

Een aantal leerlingen leest straks zijn opsporingsbevel voor.
timer
7:00

Slide 14 - Slide