H5 Lezen - Weet wat je leest!

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

H5: Lezen

Weet wat je leest

Slide 3 - Slide

Doel

Je leert: over betrouwbaarheid van teksten

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide


Is deze tekst betrouwbaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz


Waarom is deze tekst niet betrouwbaar, denk je?

Slide 7 - Open question


Welke bron is betrouwbaarder?
A
B
Algemeen Dagblad

Slide 8 - Quiz


Welk tekstdoel is (vaak) betrouwbaarder?
A
Informeren
B
Overtuigen

Slide 9 - Quiz

Bron

Doel
Waar komt de tekst vandaan?


Iemand die de ander wil overtuigen om iets te kopen, vertelt natuurlijk liever de goede dingen dan de minder goede dingen over een product.
Dan is dat dus niet (helemaal) betrouwbaar. 



Iemand die mensen wil informeren met een tekst zal de juiste informatie willen delen.
Een informatieve tekst is dus wel vaak betrouwbaar. 
Met welk doel is de tekst geschreven? 

Een tekst in een krant is vaak betrouwbaarder dan een tekst op Facebook. 

De bron van een tekst staat bijna altijd onderaan de tekst.  

Voorbeelden van bronnen zijn: 
  • Kranten
  • Tijdschriften
  • Boeken
  • Websites (social media)

Slide 10 - Slide



Wat is de bron van deze tekst? 

Slide 11 - Slide

Uitleg


Bekijk en bestudeer het instructiefilmpje van NieuwNederlands. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link


Op welke twee dingen moet je letten om te bepalen of een tekst betrouwbaar is?

Slide 14 - Open question

betrouwbare bronnen

Slide 15 - Mind map

onbetrouwbare bronnen

Slide 16 - Mind map

Huiswerk
Maken: hoofdstuk 5, lezen & woordenschat 


Slide 17 - Slide