IE blz. 13 tot en met 24 tot 1.7

IE blz. 13 tot en met 24 tot 1.7
1 / 33
next
Slide 1: Slide
ManagementMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

IE blz. 13 tot en met 24 tot 1.7

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelstelling hoofdstuk 1 
blz. 13 tot en met 24 

Weten wat een evenement is 
Wat de kenmerken van een evenement zijn



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke soorten evenementen ken je vanuit jouw organisatie?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Begrip evenement 
Mensen komen bijeen op een concrete plaats
De organisatie presenteert zich naar anderen 
De bezoekers zijn op de uitnodiging ingegaan
Bevestiging en/of intensivering van de relatie

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat een paar kenmerken van een evenement?
A
Langdurig en spontaan georganiseerd
B
Alledaags en zonder duidelijk doel
C
Tijdelijk en georganiseerd voor een specifiek doel
D
Ongeorganiseerd en zonder specifieke doelgroep

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een evenement (volgens het boek)
A
samenkomst in een zaal; apart karakter; behoren tot omgeving organisatie; relatie (uit)bouwen
B
samenkomst personen; apart karakter; behoren tot medewerkers organisatie; relatie (uit)bouwen
C
samenkomst personen; apart karakter; behoren tot omgeving organisatie; relatie (uit)bouwen
D
samenkomst personen; altijd hetzelfde doel; behoren tot omgeving organisatie; relatie (uit)bouwen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Kenmerk: Bijeenkomst 
Altijd een samenkomst van mensen 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kenmerk: Bijzonder
Apart karakter, dan voelen netwerkgroepen zich aangesproken om te komen én als organisatie geef je aan dat je wil investeren in de relatie 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Kenmerk: Netwerkgroepen
De bezoekers behoren tot de omgeving van de organisatie (doelgroep of publieksgroep) 
Groep/groepen heeft/hebben invloed op het functioneren van de organisatie. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kenmerk: Relatieversterken
Doel om relatie op te bouwen; opkomst meten en tevredenheidsenquête. 

Slide 10 - Slide

Geef het voorbeeld van de bijeenkomsten van Eclipse of GreatPlains. 
Aviodome, Ford Voordorp of Gelre Dome 
Zorgen voor informatie, goede lunch, pakketje en een kaartje achteraf bijvoorbeeld. 
Wat is een voorbeeld van een kleinschalig evenement?
A
Grootschalige conferentie in een congrescentrum
B
Internationaal muziekfestival
C
Buurtbarbecue met de buurtbewoners
D
Sportevenement met duizenden toeschouwers

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke kenmerk hoort bij een personeelsactiviteit
A
Personeel en klanten zijn aanwezig
B
Het is een vergadering
C
Er is iets actiefs te doen
D
Het lijkt op het dagelijks werk

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met een personeelsactiviteit?
A
Een evenement of activiteit georganiseerd voor medewerkers.
B
Een product dat door het personeel wordt geproduceerd.
C
Een afdeling binnen het bedrijf die zich bezighoudt met personeelszaken.
D
Een trainingsprogramma voor leidinggevenden.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan een personeelsactiviteit worden omschreven?
A
Een georganiseerde gebeurtenis ter bevordering van teambuilding.
B
Een wettelijke verplichting voor het personeel.
C
Een jaarlijks verslag van de personeelsprestaties.
D
Een administratieve taak binnen het personeelsbeleid.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat valt onder een personeelsactiviteit?
A
Facilitair beheer, IT-ondersteuning, en klantenservice.
B
Productontwikkeling, marketingstrategieën, en financiële planning.
C
Teambuilding workshops, bedrijfsuitjes, en personeelsfeesten.
D
Juridische zaken, belastingaangifte, en boekhouding.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions




Definitie personeelsactiviteit (volgens het boek)




Een intern evenement waarin een bijzondere en sociale activiteit voor het personeel centraal staat

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan welke eisen moet een personeelsactiviteit voldoen?
A
Tijdstip, reactiewijze, inhoud, draaiboek, financiën
B
Tijdstip, reactiewijze, inhoud, draaiboek, financiën, organisatieteam
C
Tijdstip, inhoud, draaiboek, financiën, organisatieteam
D
Tijdstip, inhoud, draaiboek, financiën

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Eisen personeelsactiviteit

Slide 18 - Slide

Een datum en tijdstip, slim als dat jaarlijks terugkomt op hetzelfde moment. 

Iedereen moet kunnen reageren en inzicht in de deelname, management kan bijdrage aan een hoge opkomst

Zorg dat de inhoud voor iedereen aantrekkelijk is. 

Een draaiboek is heel belangrijk voor de dag zelf als alle activiteiten ervoor  en erna, zoals evaluatie en bedankje sturen bijvoorbeeld een foto 

Financiën een tevreden medewerker is het beste promotiemateriaal. Soms ook (kleine) bijdrage personeel. 

Frisse ideeën en goed uitgewerkt maken een succes. Wissel regelmatig, zodat het fris blijft. 
Wanneer is een ondernemingsraad verplicht?
A
Bij meer dan 50 werknemers in dienst
B
Bij meer dan 20 werknemers in dienst
C
Bij meer dan 200 werknemers in dienst
D
Bij meer dan 100 werknemers in dienst

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de rol van een ondernemingsraad?
A
Het werven van nieuwe werknemers
B
Het uitvoeren van marketingactiviteiten
C
Advies geven aan de werkgever
D
Het opstellen van het bedrijfsbudget

Slide 20 - Quiz

Staat in de wet op de ondernemingsraden, hierin is opgenomen dat een bedrijf verplicht is om met werknemers te overleggen. 
Minder dan vijftig medewerkers dan is een personeelsvertegenwoordiger verplicht om het geluid van het personeel te laten horen. 
De ondernemingsraad vergadert, maar binnen een organisatie zijn meer vergaderingen. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van een vergadering

  • Formeel
  • Systematisch
  • Overleg
  • Werkzaamheden

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je nodig voor een goede vergadering? (Wat zijn de eisen?)

Slide 23 - Open question

  • Tijd en datum op tijd doorgeven
  • agendapunten vooraf om voor te bereiden
  • notuleren
  • iedereen betrekken
  • voorzitter
  • werkgerelateerde onderwerpen
  • (goede) vergaderruimte (voorzieningen)
  • regelmatig
Productpresentatie kenmerken
  1. Presentatie  product/dienst -> manager/productmanager
  2. Actueel -> nieuwste informatie 
  3. Product/dienstaanbod -> alle mogelijkheden/variaties + USP
  4. Doelgroepen -> voor wie?
  5. Voorwaarden -> wat kan/mag wel/niet 
  6. (verkoop)medewerkers -> bekend zijn met het product/dienst 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is een congres?
A
Een sportevenement met verschillende wedstrijden.
B
Een informele bijeenkomst voor sociale activiteiten.
C
Een bijeenkomst waar men discussieert over bepaalde onderwerpen.
D
Een eenmalige bijeenkomst voor feestelijke viering.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er tijdens een congres?
A
Er worden verschillende sportactiviteiten georganiseerd.
B
Er worden presentaties gehouden en men debatteert over relevante onderwerpen.
C
Het is vooral een feestelijke gelegenheid zonder specifieke doelen.
D
Er vinden alleen informele netwerkmomenten plaats.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wie neemt deel aan een congres?
A
Slechts een selecte groep mensen die persoonlijk zijn uitgenodigd.
B
Alleen mensen die op zoek zijn naar een gezellig uitje.
C
Voornamelijk studenten die op zoek zijn naar studiepunten.
D
Professionals, experts en geïnteresseerden in het betreffende vakgebied.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Kenmerk van een congres
Gericht op voorlichting - verstrekken van informatie 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat is nodig voor een goede informatie-uitwisseling op een congres?
A
structuur, kennis, deskundigheid, taalgebruik, hoeveelheid, boodschap
B
structuur, kennis, deskundigheid, taalgebruik, boodschap
C
structuur, deskundigheid, taalgebruik, hoeveelheid, boodschap
D
structuur, kennis, taalgebruik, hoeveelheid, boodschap

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een belangrijke eis voor een evenementen programma?
A
Veel doelgroepen en doelstellingen
B
Duidelijke doelstellingen en doelgroep bepaling
C
Duidelijke doelgroep bepaling
D
Duidelijke doelstellingen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je gebruiken
voor de aankleding
van een locatie?

Slide 32 - Mind map

This item has no instructions

Maak opdrachten
1.01, 1.05, 1.06 en 1.07

Slide 33 - Slide

This item has no instructions