Present simple vs present cont.

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Today's lesson 

• When to use the present simple
• To know how to make the present continuous 
• When to use the present continuous

What can you remember about the present simple?

Present simple

  > Bij feiten en gewoontes

> Iets wat je regelmaat doet

> let op de shit-regel

> gebruik DO en DOES als hulpwerkwoord om vragen/ ontkenningen te maken

DO & DOES 

Gebruik je om vraagzinnen en ontkennende zinnen te maken in de : PRESENT SIMPLE

Do you know the time? 

Sorry, I don't know the time. (don't = do not)

Does she know the way? 

No, she doesn't know the way.

What do you remember about the present continuous?

Present continuous

Form of 

'to be' (zijn)

werkwoord

ING

+

+

> Je gebruik de present continuous : als het NU gebeurt (Het geeft aan dat een actie aan de gang is).

> Tijdelijke situaties.

> Om irritatie aan te geven (always, constantly, 

Let op!

Niet alle werkwoorden kunnen in de 'present continuous' gebruikt woorden: 

Bijvoorbeeld : prefer, (dis)like, know, need, want

I am needing new shoes

Het moeten werkwoorden zijn die een actie aangeven.

The verb 'To be' 

I .....

You ............

He / she / it ...............

You ...................

We....................

They ........................

Questions & negatives in present continuous

Present continuous "form to be" + werkwoord + ING

Question form: Is he speaking to the new girl? 

Negative form (ontkenning): He isn't returning my calls.

Spelling of some verbs

Sommige werkwoorden krijgen een verdubbeling van de medeklinker:

run - running

plan - planning

swim - swimming

stop - stopping

Spelling!

wanneer werkwoorden eindigen op een  'e'

move - moving

drive - driving

hope - hoping

make - making

What do you think happens with the spelling of these verbs (tie, lie)?

Welke tijd is hier gebruikt: de present simple of de present continuous? Sleep de zinnen naar de juiste tijd. 

Present simple 

Present continuous

I sing every day. 

I am singing right now. 

Water boils at 100 *C.

He likes pizza. 

I am playing a game.

He is sleeping at the moment. 

He likes to dance.

I am dancing. 

Signal words

I ............. (often / drink) Coke in my lunch break

1. am often drinking
2. often drink

Now they .............. (jog).

1. jog
2. are jogging

Fill in the missing tense:
Look! He ___ (leave) the house.

Fill in the missing tense:
She usually ___ (walk) to school.

Fill in the missing tense:
Ronald ___ (put) food in the oven right now.

Fill in the missing tense:
My dad ___ (not work) in the office every day.
(Geen afkorting gebruiken!)

Fill in the missing tense:
Sally________(not run) every day
(Geen afkorting gebruiken!)

Fill in the missing tense:
Right now that girl ..... (skate) really well!

Questions?

Continue with

Unit 1, lesson 2 Ex.6, 7 & 8

For 15 minutes