Herhalingsles H4 - oefenvragen

Welkom 3K!
INFORMATIE OVER TOETS H4

LEERSTRATEGIEËN

HERHALING H4 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 3K!
INFORMATIE OVER TOETS H4

LEERSTRATEGIEËN

HERHALING H4 

Slide 1 - Slide

TOETS H4
Hoofdstuk 4, paragraaf 1 t/m 5
  1. Hak leerstof in stukjes - elke dag een paragraaf
  2. Begin met de begrippen van de paragraaf
  3. Herhaal elke dag de leerstof van de vorige dag
  4. Lees de tekst door - begrippen in context
  5. Check jezelf d.m.v. de leerdoelen
  6. Maak oefenvragen (Test Jezelf en Herhaling (afbuig; R en T1), Verdieping (doorstroom; t2, I)

Slide 2 - Slide

Deze vraag over de toets(stof) heb ik nog...

Slide 3 - Open question

Ik ga deze les aan de slag met...
A
Herhaling (afbuig, R en T1)
B
Test Jezelf (afbuig, R en T1)
C
Verdieping (doorstroom, T2 en I)

Slide 4 - Quiz

Waarom was er een grote vluchtelingenstroom van en naar India vanwege religie?
A
Omdat er twee staten ontstonden waar de ene religie in de meerderheid was/is.
B
Omdat ze bang waren
C
Omdat er oorlog was
D
Omdat Gandhi hen wegstuurde

Slide 5 - Quiz

Waarom ondertekende koningin Juliana de soevereiniteitsoverdracht verdrag?
A
Nederland was de oorlog tegen Indonesië aan het verliezen
B
Ze werd onderdruk gezet door de VS en VN
C
Het was vrijwillig
D
Ze volgde alle andere landen die ook aan dekolonisatie deden

Slide 6 - Quiz

Wat deden de meeste Palestijnen in Israël toen de Arabische buurlanden Israël aanvielen?
A
Ze vluchtten
B
Ze doken onder
C
Ze merkten niets van de aanval
D
Ze hielpen mee met vechten

Slide 7 - Quiz

Hoe werd de dekolonisatie van Portugese kolonies voltooid in de tijd van televisie en computer?
A
Portugal werd gedwongen door andere landen
B
Portugal werd een democratie en een nieuwe regering liet de kolonies onafhankelijk worden
C
Portugal heeft nog steeds kolonies
D
Portugal gaf de kolonie steeds meer vrijheid waardoor hij op een gegeven moment vanzelf onafhankelijke was geworden

Slide 8 - Quiz

Waarom werd de Berlijnse Muur gebouwd?
A
Er vluchtten teveel burgers naar het Westen
B
Er vluchtten teveel burgers naar het Oosten
C
De Russen wilden voorkomen dat Oost-Berlijn te vol zou raken

Slide 9 - Quiz

In welk jaar overleed Sovjetleider Stalin?
A
1945
B
1950
C
1952
D
1953

Slide 10 - Quiz

In welk jaar werd ontdekt dat de Sovjet-Unie atoombommen had?
A
1948
B
1949
C
1950
D
1951

Slide 11 - Quiz

Wat is een atoomoorlog?
A
Een oorlog waarbij er heel veel dingen verwoest worden
B
Een oorlog waarbij alles werd opgeblazen
C
Een oorlog waar gebruik gemaakt wordt van atoombommen
D
Een oorlog waarbij er veel doden zijn gevallen

Slide 12 - Quiz

Wanneer ontstond in West-Duitsland de Kapitalistische bondrepubliek?
A
1943
B
1949
C
1955
D
1982

Slide 13 - Quiz

Hoe werd het militaire bondgenootschap met Canada en de West- en Zuid-Europese landen genoemd?
A
De Marshallhulp
B
De MAVO
C
De NAVO
D
Het Warschaupact

Slide 14 - Quiz

Wat was een belangrijk verschil tussen de VS en Europa?
A
Burgerrechten
B
Diversiteit
C
Legitimiteit
D
Kiesrecht

Slide 15 - Quiz

Waardoor verdween de werkloosheid in de VS?
A
oorlogsproductie
B
5jarenplan
C
industrialisatie
D
meer banen vrij

Slide 16 - Quiz

Wat is Amerikanisering?
A
Verspreiding van Amerikaanse cultuur
B
Veel Amerikanen gingen verhuizen
C
Veel Amerikaanse producten werden geëxporteerd
D
Amerika nam landen over

Slide 17 - Quiz

Wie was het voorbeeld voor de jongerencultuur die in de jaren 1950 ontstond?
A
Elvis Presley
B
Marilyn Monroe
C
Isis Visser
D
The Beatles

Slide 18 - Quiz

Wat wakkerde de consumptie in de VS verder aan?
A
Fabrieken
B
Reclames in tijdschriften
C
Reclames op TV
D
Uitgedeelde flyers op straat

Slide 19 - Quiz

Wat doet het Europese hof voor de rechten van de mens?
A
die moet bepalen of de lidstaten de rechten naleven
B
ze keuren de wetten goed
C
ze beslissen of de samenleving op dit moment goed is
D
ze bekijken hoe in andere landen de rechten van de mens zijn

Slide 20 - Quiz

Wat doet de Europese Commissie?
A
Controleert de wetten
B
Voorstellen van nieuwe wetten en regels
C
Handel drijven
D
De verdeling van kolen en staal regelen

Slide 21 - Quiz

Wat doet het Hof van Justitie?
A
De Europese commissie controleren
B
De Europese wetten goedkeuren
C
Bedrijven, regeringen en burgers helpen bij het handhaven van de Europese wetten
D
Controleert of Europese wetten overal goed worden toegepast

Slide 22 - Quiz

Wat doet de Raad van Europa?
A
De raad van Europa maakt nieuwe wetten
B
De raad van Europa gaat over de criminelen in het land
C
De raad van Europa verdedigt mensenrechten
D
Ze regelen de handel in Europa de communicatie

Slide 23 - Quiz

Wat was de voornaamste reden voor de leden van de EU om samen te werken?
A
Vrede voor Europa creëren
B
Samen handel drijven
C
De economische ontwikkeling bevorderen
D
Samenwerken om oorlog te voeren

Slide 24 - Quiz

Hoe heette de eerste president van Indonesië ?
A
Soeharto
B
Soekarno
C
Joko Widodo
D
Desi Bouterse

Slide 25 - Quiz

Wat was de reden dat Nederland geen financiële steun meer verleende aan Suriname?
A
Suriname kreeg zijn economie niet op orde
B
Er was een aantal wetten in het Surinaamse parlement aangenomen waar Nederland het niet mee eens was
C
Suriname had de kant van de Sovjet-Unie gekozen in de Koude oorlog
D
Er was een staatsgreep gepleegd in Suriname die een einde maakte aan de democratie

Slide 26 - Quiz

Hoe werden de eerste decennia na 1945 genoemd in verband met de grote groei?
A
het zilveren tijdperk van kapitalisme
B
het zilveren tijdperk van welvaart
C
het gouden tijdperk van kapitalisme
D
het gouden tijdperk van welvaart

Slide 27 - Quiz

Hoeveel keer was het gemiddelde inkomen per hoofd gestegen in 1990 in opzichte van 1961 in Zuid-Korea?
A
10x
B
25x
C
50x
D
75x

Slide 28 - Quiz

Hoe heet de Zuid-Koreaanse leider die ervoor zorgde dat Zuid-Korea opkrabbelde, nadat hij een staatsgreep had gepleegd?
A
Plantsoen
B
Zedong
C
Soeharto
D
Park

Slide 29 - Quiz

Wat deed de overheid in India voor de economie?
A
ze voerden een vijfjarenplan in
B
ze lieten de economie met rust
C
lage importtarieven invoeren
D
subsidies geven aan bedrijven

Slide 30 - Quiz