De FAST-test is een snelle test om een beroerte bij iemand te herkennen. FAST staat voor: Face, Arm, Speech en Time en kan worden vertaald naar 'GAST': Gezicht, Arm, Spraak en Tijd.
Gezicht (Face)
Vraag de persoon om te lachen of de tanden te laten zien. Let op of de mond scheef staat en een mondhoek naar beneden hangt.
Arm (Arm)
Vraag de persoon om beide armen tegelijkertijd horizontaal naar voren te strekken en de binnenzijde van de handen naar boven te draaien. Let op of een arm wegzakt of rondzwalkt.
Spraak (Speech)
Vraag aan de persoon of aan de familieleden of er veranderingen zijn in het spreken (onduidelijk spreken of niet meer uit de woorden kunnen komen).
Tijd (Time)
Stel vast hoe laat de klachten bij de persoon zijn begonnen. Dit is van belang voor de behandeling.