Afsluiting de regels van drie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

De regels van drie

Welk personage heeft jou het meest geraakt? Wanneer was dat, wat deed dat personage toen?

Wanneer heb je gedacht: ‘Zo reageer je niet! Dat zou ik heel anders hebben gedaan.’

Vond je het lezen van het boek gemakkelijk of moeilijk?

Wil je nu naar IJsland?

Welke docent zou geschikt zijn om oma te spelen? Vertel waarom!

Welke docent zou geschikt zijn om mamma te spelen? Vertel waarom!

Welke docent zou geschikt zijn om opi Kas te spelen? Vertel waarom!

Welke bekende Nederlander zou geschikt zijnom opi Kas te spelen? Vertel waarom!

Welke popsterren zouden geschikt zijn om Twan en Linde te spelen? Vertel waarom!

In welk personage kun jij je het best inleven? Vertel waarom!

Welk personage irriteert jou? Door welke eigenschap komt dat?

Tussen welke personages heb je een knetterende ruzie gemist in het verhaal?

Had dit verhaal zich ook in een ander land kunnen afspelen? Waarom wel/niet?

Vertel of het verhaal jou aan andere verhalen of gebeurtenissen (in je eigen leven?) doet denken.

Hoe oud zijn Twan en Linde volgens jou? Geef voorbeelden uit het verhaal.

Wie wordt een extreme puber: Twan of Linde? Vertel waarom je dat denkt.

Zou jij opa of oma zo weg laten gaan? Vertel waarom?

Begrijp je de keuze van opi Kas? Vertel waarom.

Welke zin uit het boek heb je onthouden?

Als je ouders dit boek zouden lezen, hoe zouden zij dan reageren? Zou je vader anders reageren dan je moeder?

Welke actie riep echt iets in je op?

Welk beeld vind jij echt bij dit boek passen?

Hoe vond je het lezen in De regels van drie en de opdrachten

1. Leuk
2. Saai
3. Moeilijk
4. Makkelijk