Breuken

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 6

Het doel van de les:

Deze les gaan we rekenen met breuken. Wij gaan breuken met elkaar vergelijken. 

Wat betekent de breuk?

De breuk

 4  

 6

gebruik ik als voorbeeld. 

Deze strook heeft 6 vlakken

Deze strook geeft 6 vlakken, omdat de noemer (onderste getal) 6 is.

Deze strook heeft 4 vlakken gekleurd

Deze strook heeft 4 gekleurde vakken, omdat de teller (bovenste getal) 4 is. 

Wat betekent dit?

 4     betekent 4 van de 6 stukken zijn gekleurd. 

 6

Hoe kun je zien welke breuk groter is?

Als voorbeeld gebruik ik: 3   en   5

                                                     4           6

Teken een strook

3      heeft een strook van totaal 4 vlakjes (noemer = 4). 

4

Teken een strook

5     heeft een strook van totaal 6 vlakjes (noemer = 6). 

6

Kleur de hokjes

3    heeft 3 gekleurde hokjes (teller = 3). 

4

Kleur de hokjes

5    heeft 5 gekleurde hokjes (teller = 5).

6

Welke is meer gekleurd?

De breuk

5   is groter, want je ziet meer gekleurde vakjes. 

6

Check

1) Schrijf de breuk op.

2) Maak twee even lange stroken.

3) Verdeel de stroken in hokjes (kijk naar de noemer van de breuk!). 

4) Kleur de hokjes (kijk naar de teller van de breuk!). 

5) De strook die het meest gekleurd is, is groter (tel niet de hokjes!). 

Welke breuk is groter?

2    of   4

3           5

Stroken

De grootste breuk is:

4

5

Doel van de les

Het doel van de les was breuken met elkaar vergelijken.

Lukt het? Maak de Snappet opgaves. Lukt het niet? Bekijk de dia's nog een keer. Of stel vragen in de chat. 

Succes allemaal.