Tijdvak 8 Politiek-maatschappelijke stromingen en democratisering

1 / 49
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
terugkoppelen voorgaande les 
start uitleg politiek maatschappelijke stromingen (8.2) 
Aan de slag
Afronden 

Slide 2 - Slide

Waardoor begon de industriële revolutie in Engeland?

Slide 3 - Open question

In 1858 werd door de gemeenteraad van Londen besloten tot de aanleg van een nieuw rioolstelsel. Aanleiding hiervoor waren klachten over de stank en de vervuiling van het water van de Theems (die door Londen stroomt) en het ernstig vervuilde drinkwater.
4p 13 Leg uit dat dit besluit paste bij twee kenmerkende aspecten van de
negentiende eeuw.

Slide 4 - Open question

Wat weet je aan het einde van deze les? 
hoe liberalisme, conservatisme en nationalisme ontstonden
hoe nieuwe natiestaten en een agressief nationalisme ontstonden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat gebeurde er met de Republiek na 1814?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is een natiestaat?

Slide 11 - Open question

tijdvak 8


politieke stromingen, democratisering en opkomst emancipatiebewegingen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat was het gevolg van de Belgische opstand in 1830?

Slide 14 - Open question

Wat is agressief nationalisme?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

In 1871 werd het machtsevenwicht in Europa ernstig verstoord. Hoe kwam dat?
A
Italië verenigde zich als koninkrijk met een liberale grondwet.
B
Napoleon vestigt een groot Frans keizerrijk.
C
Rusland wilde meer machtsinvloed in Oost-Europa.
D
Frankrijk in de pan gehakt door Pruisen. Gevolg: Duitse eenwording

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Vanaf 1890, ontwikkelen zich twee vormen van socialisme:
  • Communisme (geweld)
  • Sociaal-democratie of socialisme (geweldloos)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Karl Marx - korte biografie
  • Duitser (1818-1883)
  • Filosoof, socioloog, econoom
  • Grondlegger arbeidersbeweging (= opkomen voor belangen van arbeiders/armen)
  • Zag veel armoede en onjuiste verhoudingen in de samenleving (rijkdom en macht)

Slide 22 - Slide

Wat is het doel van communisme? 
  • Einde aan de klassenmaatschappij (indeling van de maatschappij naar economische positie)

  • Mensen hebben evenveel bezit.

  • Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken). 


Slide 23 - Slide

Wat heeft Marx bereikt tijdens zijn leven?
  • Toen Marx in 1883 stierf was er nog nergens een revolutie van arbeiders geweest en bestond het communisme alleen op papier

  • "Arbeiders aller landen verenigt U"

Slide 24 - Slide

Sociaal-democraten/Socialisten
  • Aanvaarden parlementaire democratie
  •  Algemeen kiesrecht 
  • Bereid samen te werken met andere partijen. 
  • Niet tegen particulier eigendom van bedrijven
  • Willen dat iedereen gelijke kansen krijgt. 
  • Vakbonden 

Slide 25 - Slide

Wat heeft de opkomst van socialisme te maken met de sociale kwestie?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat is het verschil tussen een verzorgingsstaat en een nachtwakersstaat?

Slide 29 - Open question

HW OPDRACHT PAR. 8.2.
Lees par. 8.2. nogmaals goed door en: 
A. Maak in je schrift  een schema waarin je voor iedere politieke stroming (liberalisme - socialisme - conservatisme) noteert: 
1. Wat zijn de doelen?
2. Op welke manier? 
3. Hoe succesvol is de stroming
B. Bespreken in de laatste les voor deze vakantie 17 mei. 

Slide 30 - Slide

Afsluiten 
Huiswerk maken schema van de stromingen en werken aan KAVV 
Uiteraard ben je ook vrij om door te werken aan paragraaf 8.3 (lezen en samenvatten) 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Gebruik je schema 

Slide 34 - Slide

Liberalisme

Slide 35 - Mind map

nationalisme

Slide 36 - Mind map

conservatisme

Slide 37 - Mind map

socialisme

Slide 38 - Mind map

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

In welk land hanteren ze nog steeds het districtenstelsel?

Slide 45 - Open question

Slide 46 - Slide

Waarom is evenredig vertegenwoordiging veel eerlijker?

Slide 47 - Open question

huiswerk opdracht
gebruik je boek en geef antwoord op de vraag hoe de parlementaire democratie achtereenvolgens tot stand kwam in Engeland, Frankrijk en Duitsland. Doe dit kort en bondig. 

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide