Voorwerpenschrijfopdracht
Stap 1: Kies een voorwerp.
Stap 2: Bedenk wat er met het voorwerp gaat gebeuren.
Stap 3: Schrijf in het kort op wat er in de inleiding, het middenstuk en het slot wordt verteld.
Stap 4: Start met schrijven.
Let op:
- inleiding, middenstuk, slot
- spelling en formuleren (goede zinnen maken)
- hoofdletters en leestekens
- minimaal 400 woorden
Betoog
Stap 1: Een stelling formuleren
Stap 2: Schrijf voor jezelf op wat jouw standpunt is en bedenk minimaal drie argumenten.
Stap 3: Ga op zoek naar een tegenargument en weerleg dit argument.
Stap 4: Start met het schrijven van je betoog.
Let op:
- inleiding, middenstuk, slot
- spelling en formuleren (goede zinnen maken)
- hoofdletters en leestekens
- minimaal 400 woorden