IE - Luisteren en kijken

Kijken en luisteren
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 11 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Kijken en luisteren

Slide 1 - Slide

Soorten kijk- en luisterfragmenten
  • Informerend (journaal, docu).

  • Overtuigend/activerend (debat, analyse, reclame)

  • Verhalend/amuserend (films, cabaret).

  • Instruerend (recept, stappenplan).

  • Of een combinatie.

Slide 2 - Slide

Doelen van de sprekers
  • Informeren (feiten overbrengen)
  • Overtuigen (mening overbrengen)
  • Activeren (overhalen om iets te gaan doen)
  • Amuseren (vermaken)
  • Instrueren (iets uitleggen)

  • Moet je uitleggen wat het doel van een fragment is?
    Antwoord dan in hele zinnen, met het doel + het waarover/waarvan.

Slide 3 - Slide

Kijk- en luisterstrategieën

  • Verkennend (weten wat voor soort fragment het is).
  • Globaal (weten waar het fragment over gaat).
  • Gericht (bepaalde informatie willen hebben).
  • Intensief (iets echt goed begrijpen).
  • Soms: studerend (iets willen onthouden).

= vergelijkbaar met de leesstrategieën

Slide 4 - Slide

Luisterstrategieën

  • Globaal (grote lijn; hoofdzaken)
  • Gericht (bepaalde informatie willen hebben).
  • Intensief (iets helemaal goed begrijpen).

Slide 5 - Slide

Globaal luisteren

  • Titel, inleiding, slot.
  • Tip: aantekeningen.

Slide 6 - Slide

Gericht luisteren

  • Specifiek antwoord op een vraag.
  • Goed opletten als spreker aan het woord is.

Slide 7 - Slide

Intensief luisteren

  • Alle informatie is belangrijk
  • Dus ook details
  • Tip: aantekeningen maken
  • Bijvoorbeeld: helpdesk

Slide 8 - Slide

Conclusie
  • Er zijn verschillende soorten fragmenten om naar te kijken en te luisteren.

  • Een spreker/maker heeft altijd een doel met het fragment.

  • Als jij ergens naar kijkt en/of luistert gebruik je (on)bewust strategieën.

Slide 9 - Slide

Kijk- en luisteropdracht

  • Jullie krijgen een aantal beeldfragmenten te zien.

  • Na elk fragment leg je uit wat het doel van dat fragment is (doel + waarover/waarvan).

  • Gebruik dus de goede kijk- en luisterstrategie(ën). 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Wat is doel, onderwerp en hoofdgedachte hierbij?

Slide 13 - Open question

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Wat is doel, onderwerp en hoofdgedachte hierbij?

Slide 17 - Open question

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Video

Wat is doel, onderwerp en hoofdgedachte hierbij?

Slide 20 - Open question

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Wat is doel, onderwerp en hoofdgedachte hierbij?

Slide 24 - Open question

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Video

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Wat is doel, onderwerp en hoofdgedachte hierbij?

Slide 30 - Open question

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Video

Wat is doel, onderwerp en hoofdgedachte hierbij?

Slide 33 - Open question

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Slide