Kennis van land en volk

Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit:
A
natie (Engeland)
B
naties (Engeland, Schotland)
C
naties (Engeland, Schotland en Wales)
D
naties (Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland)
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit:
A
natie (Engeland)
B
naties (Engeland, Schotland)
C
naties (Engeland, Schotland en Wales)
D
naties (Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland)

Slide 1 - Quiz

Het Engels wordt vaak als 2de taal gebruikt. Het heeft deze positie te danken aan het feit dat:
A
Amerika momenteel het machtigste land ter wereld is
B
Het Engels makkelijk te leren is
C
Het britse koloniale rijk ooit zeer invloedrijk was
D
Het Engels het meest op Latijn lijkt

Slide 2 - Quiz

In hoeveel landen ongeveer is Engels de officiële taal?
A
50
B
70
C
90
D
100

Slide 3 - Quiz

In het Verenigd Koninkrijk wonen ongeveer............. mensen

Slide 4 - Open question

In Groot Brittannië en VS wordt met letters een beoordeling gegeven i.p.v cijfers. Ja of Nee

Slide 5 - Open question

A-levels zijn de Britse kwalificaties die nodig zijn voor toelating tot de universiteit. Zij eisen minstens:
A
3 A-levels
B
4 A-levels
C
5 A-levels

Slide 6 - Quiz

Scholengemeenschao
Kleinere school waar vaak Latijn en Grieks wordt gedoceerd.
Beroepsonderwijs
Vocational education
Comprehensive school
Grammar school

Slide 7 - Drag question

1.In GB is het wettelijk verplicht een schooluniform te dragen.
2. Britse leerlingen kunnen een warme lunch van 2 pond op school krijgen.
A
1=waar 2=niet waar
B
1=niet waar 2=waar
C
1= niet waar 2= niet waar
D
1=waar 2=waar

Slide 8 - Quiz

Het verplichte landelijke examen dat bijna alle Britse leerlingen op hun 16de afleggen:
A
General Certificate of Secondary Education
B
HECs (Higher Education Certificate)
C
O-Levels
D
SEQ's (Secondary Education Qualifications)

Slide 9 - Quiz

Het Britse parlement is gehuisvest in:
A
Hampton Court
B
Palace of Westminster
C
Kensington Palace
D
Windsor Castle

Slide 10 - Quiz

De afkorting MP staat voor:
A
Master Peer
B
Minister of Party Matters
C
Member of Parliament
D
Minister President

Slide 11 - Quiz

VVD
PVDA
D66
Conservative Party
Liberal Democrats (LibDems)
Labour Party

Slide 12 - Drag question

Hoe heet de Britse minister van Binnenlandse Zaken?
A
Home Secretary
B
Minister of Internal Affairs
C
Inland Secretary
D
Minister of British Business

Slide 13 - Quiz

Hoe vaak vinden er in Groot-Brittannië algemene verkiezingen plaats?
A
Om de 4 jaar
B
Om de 2 jaar
C
Om de 5 jaar
D
Om de 6 jaar

Slide 14 - Quiz

Hoe heet het Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken?

Slide 15 - Open question

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Dit zijn algemene kennis vragen. Ben jij bewust bezig met actualiteiten?
0100

Slide 17 - Poll

Lees je de krant?
0100

Slide 18 - Poll

Kijk je het nieuws?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Heb je deze les als nuttig ervaren?
0100

Slide 20 - Poll