Herhaling werkwoord Werden ott/invalles beta

Kapitel 1
Werden in de tegenwoordige tijd
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kapitel 1
Werden in de tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide

Ziel
Je leert:
- de vertalingen van werden
- de vormen van werden
- de juiste vervoeging in een zin te zetten

Slide 2 - Slide

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
werden -> uitzondering
werd
werd
werd

werd
werd
werd

wirst
wird




du en er zijn onregelmatig. De rest van het werkwoord is regelmatig!
Let op de exta 'e'.

e
e


e

Slide 3 - Slide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
Werden (worden/zullen)
werden
werdet
wirst
werde
wird
werden

Slide 4 - Drag question

Vul een vorm van werden aan:
ich

Slide 5 - Open question

du

Slide 6 - Open question

er, sie, es, wer

Slide 7 - Open question

wir

Slide 8 - Open question

ihr

Slide 9 - Open question

sie, Sie

Slide 10 - Open question

Vertaal:
Hij wordt leraar
A
Er werdet Lehrer
B
Er werd Lehrer
C
Er wird Lehrer

Slide 11 - Quiz

Vertaal: Jullie worden geholpen
A
Ihr werdet geholfen
B
Sie werden geholfen
C
Ihr werden geholfen
D
Ihr wird geholfen

Slide 12 - Quiz

Jullie zullen zien
A
Ihr werden sehen
B
Ihr sollt sehen
C
Sie werdet sehen
D
Ihr werdet sehen

Slide 13 - Quiz

Vertaal:
Jij wordt 100!

Slide 14 - Open question

Vertaal:
Hij zal winnen.
(gewinnen)

Slide 15 - Open question

Zij worden gezien.
(gesehen)

Slide 16 - Open question

het werkwoord 'werden'
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 17 - Drag question

Evaluatie

Slide 18 - Slide

Ik kan het werkwoorden werden vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll