Oefenopdracht

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2

Afronden

Esselam-oe aleykoem 1MH,

Stop je telefoon in de telefoonzak.

Zoek je (vaste) plek op.

Haal je lesmateriaal tevoorschijn.

Tas van tafel en jas in je kluis.

Leesboek voor je pakken en starten met lezen!

Recitatie 

Hadith vd week

De Boodschapper van Allah (vzmh) zei: “De gelovigen in hun vriendelijkheid, medeleven en sympathie zijn net als één lichaam: als een ledemaat pijn doet, doet het hele lichaam pijn. (Bukhari & Muslim)

Leesmomentje

Pak je leesboek voor je en laten we in rust lezen!

Woorden vd week

1. Scrollen=(door)rollen/ het verschuiven van de weergegeven inhoud op een computerbeeldscherm vb. Als je horizontaal of verticaal scrolt, zie je delen van de tekst die niet in een keer op het beeldscherm passen.

2. Negeren= geen aandacht besteden aan (iets of iemand) als dat wel wordt verwacht

vb. Als mijn broer boos op is, negeert hij iedereen.

3. Edit= een bewerking (die klaar kan worden gemaakt voor publicatie) vb. Er wordt veel geëdit bij het produceren van een film.

4. Groepschat (groeps-chat)= een online groepsgesprek (kan met geschreven berichten of een echt gesprek zijn) vb. Veel mensen die thuiswerken, communiceren d.m.v. een groepschat.

5. Online= rechtstreeks verbonden met internet of server vb. Als jij en ik online zijn, kunnen we met elkaar chatten.

Lesdoel(en)

Je kunt aan het einde van de les:

 • Een tekstsoort en tekstdoel herkennen.

 • Leesstrategieën toepassen bij verschillende teksten.

 • Teksten verbeteren of zelf schrijven.

Wat gaan we vandaag doen?

Vandaag werken we aan tekstsoorten, tekstdoelen en leesstrategieën. 

We werken in drie groepen:

 1. Groep 1: Herkennen en toepassen van tekstsoorten en tekstdoelen.

 2. Groep 2: Analyseren van tekstdoelen en toepassen van leesstrategieën.

 3. Groep 3: Analyseren en schrijven van teksten met een specifiek doel.

Instructie Groep 1: Herkennen en toepassen

Jullie werken vandaag aan eenvoudige opdrachten:

 1. Lees de tekst en herken de tekstsoort (bijv. nieuwsbericht, verhaaltje).

 2. Bepaal het tekstdoel (informeren, amuseren, overtuigen).

 3. Markeer de belangrijkste informatie met een stift of pen.

Hoe werken we?

 • Jullie krijgen veel uitleg van mij.

 • Werk rustig en stel vragen als je hulp nodig hebt.

Instructie Groep 2 & 3: Uitdagende opdrachten

• Groep 2: Jullie werken in tweetallen:

 1. Analyseer de tekst en bepaal het tekstdoel en de structuur.

 2. Bespreek met je partner welke leesstrategieën je gebruikt hebt.

 • Groep 3: Jullie werken zelfstandig:

 1. Analyseer de tekst: Wat is het doel en hoe is de tekst opgebouwd?

 2. Verbeter een gegeven tekst of schrijf een nieuwe tekst met een duidelijk tekstdoel.”

Hoe werken we?

 • Werk rustig (samen of zelfstandig).

 • Steek je vinger op als je een vraag  hebt of hulp nodig hebt.

Aan het werk

Wat moet ik doen?

Je maakt de oefenopdrachten.

Hoeveel tijd heb ik?

Je hebt 20 minuten om deze opdrachten af te maken.

Als er nog 5 minuten over zijn, laat ik het weten.

Wat als ik klaar ben?

Controleer je werk: Heb je alles goed en netjes gedaan?

Stel jezelf de vraag: Begrijp ik alles?

Maken: 2.6 woordenschat 

Wat als ik een vraag heb?

Dan steek ik mijn hand in de lucht en komt mevrouw Özkara zo snel mogelijk bij mij.

Terugblik op de les en het lesdoel 

Aan het eind van de les kun je:

 • Een tekstsoort en tekstdoel herkennen.

 • Leesstrategieën toepassen bij verschillende teksten.

 • Teksten verbeteren of zelf schrijven.

Zijn er nog vragen of onduidelijkheden?

Huiswerk

Leer 2.2, 2.3 en 2.4 voor de toets.

Afsluiting & opbergen van lesmateriaal

Recitatie