Denk altijd aan het volgende:
Begin altijd bij :
Het hele werkwoord
en haal dan de -en eraf!!!!!
pas dan de stappen toe die bij de tegenwoordige tijd,
de verleden tijd en het voltooid deelwoord passen
tt: stam veranderen? moet er nog een t achter?
vt: kijk naar de laatste letter? kofschip?