This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Quizzzz
Slide 1 - Slide
Het is 23 juni, welke datum is het 2 weken later?
A
6 juli
B
7 juli
C
5 juli
D
30 juni
Slide 2 - Quiz
Lilly is 36 maanden jonger dan haar broer. Haar broer is 14 jaar. Hoe oud is Lilly?
A
12 jaar
B
11 jaar
C
8 jaar
D
10 jaar
Slide 3 - Quiz
Stijn gaat knikkeren met 50 knikkers. Hij verliest er 36 en wint er 16. Hoeveel knikkers houdt hij over?
A
29 knikkers
B
28 knikkers
C
31 knikkers
D
30 knikkers
Slide 4 - Quiz
Welk seizoen is het nu?
A
B
C
D
Slide 5 - Quiz
2 x 6 x 2 + 6 =
A
31
B
30
C
28
D
192
Slide 6 - Quiz
Jaydon en Jochem willen samen een bal van 33,95 euro kopen. Jaydon heeft 15,85 en Jochem heeft 14,75. Hoeveel komen ze tekort?
A
3,25
B
3,35
C
4,35
D
2,25
Slide 7 - Quiz
Yulan geeft een feestje. Hij nodigt 19 kinderen uit. 1 kind is ziek, 3 kinderen kunnen niet komen en 2 kinderen zijn het vergeten. Hoeveel kinderen komen er op het feestje?
A
14 kinderen
B
16 kinderen
C
15 kinderen
D
13 kinderen
Slide 8 - Quiz
Waar zie je een hyacint?
A
B
C
D
Slide 9 - Quiz
Juliza leest een boek. Haar boekt heeft 150 blz. Ze heeft de helft al gelezen, op welke blz gaat ze nu beginnen?
A
80
B
74
C
76
D
75
Slide 10 - Quiz
10 x 2 + 6 x 2 =
A
30
B
240
C
32
D
126
Slide 11 - Quiz
In een quiz zitten 20 vragen. Je hebt er 14 goed, tenminste dat dacht je. Het blijkt dat je er toch nog 3 goed hebt. Hoeveel vragen heb je in totaal fout?
A
6
B
3
C
2
D
5
Slide 12 - Quiz
4. Wie is prinses Beatrix?
A
De moeder van onze koning
B
De dochter van onze koning
C
De koningin van Nederland
D
De zus van onze koning
Slide 13 - Quiz
Sophie, Freek en Dean gaan in een attractie. 1 kaartje kost 173 cent. Hoeveel kosten de kaartjes samen?
A
5,19 euro
B
5,20 euro
C
6,19 euro
D
5,11 euro
Slide 14 - Quiz
Cijferreeks 1-1-2-3-5-... Welk getal volgt er na de 5?
Slide 15 - Open question
Wat is de hoofdstad van de provincie Limburg
A
Kerkrade
B
Heerlen
C
Valkenburg
D
Maastricht
Slide 16 - Quiz
herleid:
7b⋅−3a
Slide 17 - Open question
Hoeveel uren zitter er in een week?
A
170
B
178
C
186
D
168
Slide 18 - Quiz
Is deze som goed?
8 x 8 x 2 = 182
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Welke som is goed?
A
38 x 38 = 1443
B
25 x 6 = 175
C
100000 x 0 = 0
D
8 x 7 = 57
Slide 20 - Quiz
Welk getal is oneven?
A
64
B
88
C
73
D
96
Slide 21 - Quiz
Bij een boekenwinkel krijg je bij iedere 10 euro die je besteedt een spaarzegel. Mara koopt voor 310 euro. Hoeveel zegels krijgt ze?
A
30 zegels
B
31 zegels
C
11 zegels
D
21 zegels
Slide 22 - Quiz
Op het horloge van Felix staat 14:10 uur. Hij heeft 55 minuten gefietst. Onderweg heeft hij 7 minuten pauze gehouden Wat stond er op zijn horloge toen hij vertrok?
A
13:07
B
13:22
C
13:08
D
13:23
Slide 23 - Quiz
Wat waren munteenheden vóór de €
A
Mark, Frank, Gulden
B
Pint, Gulden, drachmi
C
Croon, pesata,liro
D
Schilling, drachmi, pesata
Slide 24 - Quiz
De groente boer verkoopt 970 kisten bananen, 440 kisten bosbessen en 390 kisten aardbeien. Hoeveel kisten met rood fruit heeft hij in totaal verkocht?
A
1800
B
1360
C
1410
D
830
Slide 25 - Quiz
Linde koopt 4 films van 24,90 euro. Hoeveel cent krijgt ze terug als ze betaalt met 100 euro?
A
60 cent
B
40 cent
C
40 cent
D
30 cent
Slide 26 - Quiz
4 mensen winnen samen de jackpot van 12,8 miljoen euro. Hoeveel miljoen krijgt elke winnaar?
Slide 27 - Open question
In welk jaar is de soapserie "Goede tijden slechte tijden" gestart?