§3.3- Massaverhoudingen

Hoofdstuk 3: Chemische reacties
§3.3 Massa
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3: Chemische reacties
§3.3 Massa

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 3.3
  • Je kunt uitleggen wat de wet van Behoud van Massa betekent
  • Je kunt rekenen met de wet van Behoud van Massa
  • Je kunt rekenen met massaverhouding aan de hand van verhoudingstabellen.
  • Je kan uitleggen wat het begrip overmaat betekent.
  • Je kunt berekenen of er een overmaat van een stof is.



Slide 2 - Slide

Wet van behoud van massa

wet van behoud van massa: de totale massa van alle 
beginstoffen is gelijk aan die van de reactieproducten.
Deze wet noem je ook de Wet van Lavoisier
2H2+O22H2O

Slide 3 - Slide

Wet van Behoud van Massa
Bij de verbranding van koolstof:
C + O2          CO2

Wanneer 12,01 gram koolstof met 32,0 gram zuurstof reageert, dan  gaan beide stoffen volledig op. 

Hoeveel gram koolstofdioxide ontstaat er bij deze reactie?

Slide 4 - Slide

Wet van Behoud van Massa
Er geldt een wet van behoud van massa.

Vóór de pijl heb ik 44,01 gram

Ná de pijl heb ik dus ook 44,01 gram stof.
Er ontstaat 44,01 gram CO2

Slide 5 - Slide

Wet van Behoud van Massa
De ontleding van kwik oxide:

2 Hg2O         4 Hg + O2

Ik laat 100 gram kwikoxide ontleden. Er ontstaat 7 gram zuurstof. 

Hoeveel gram kwik ontstaat er?

Slide 6 - Slide

Massaverhouding
Wanneer 93 gram kwik vrijkomt, dan 
komt er ook 7 gram zuurstof vrij.....

Dan is de massaverhouding kwik : zuurstof
gelijk aan   93 : 7

 Massaverhouding: verhouding waarin stoffen reageren in de reactie 
Bijvoorbeeld      kwik + zuurstof reageren in verhouding 93:7 
Voor elke 93 gram kwik die ontstaat, ontstaat er 7 gram zuurstof

Slide 7 - Slide

Rekenen met massaverhouding
Probeer nu de volgende berekening eens te maken.
Gebruik hiervoor de verhouding van het vorige voorbeeld 93:7

Voorbeeldopgave:
Bij een ontleding komt er 500 gram kwik vrij. Bereken hoeveel zuurstof vrijkomt. En bereken hoeveel gram kwik oxide hiervoor nodig was.
(Rond af op 2 decimalen)

Slide 8 - Slide

Antwoord met massaverhouding
                                    2HgO --> 2Hg + O2
Verhouding:             100               93    :  7



O2= (500*7)/93= 37,63g O2
HgO= 500+37,63= 537,63 g (want massa voor = massa na)

HgO
Hg
O2
100
93
7
537,63
500
37,63
x
:

Slide 9 - Slide

Stappen voor oplossen
Stap 1: Beschrijving
Stap 2: Reactie schema opstellen uit beschrijving
Stap 3: Omzetten in molecuulformules
Stap 4: Reactievergelijking kloppend maken
Stap 5: Verhoudingen onder reactievergelijking zetten
Stap 6: Kruistabel maken 
Stap 7: Berekening maken


Slide 10 - Slide

Stappen voor oplossen
Stap 1: Aluminiumoxide wordt ontleed in aluminium en zuurstof
Stap 2: Aluminiumoxide(s)---> Aluminium(s) + Zuurstof(g)
Stap 3: Al2O3(s) --> AL (s) + O2 (g)
Stap 4: Al2O3(s) --> 4AL (s) + 3O2 (g)
Stap 5:    17g                 9g               ?
Stap 6: waar nodig Kruistabel maken -->
Stap 7: 17-9=8g O2


Al2O3
AL
O2
17
9
?

Slide 11 - Slide

Overmaat
We weten dat de massa voor gelijk is aan de massa na.
Maar soms heb ik van een stof teveel, deze hou je dan over.
CuS         Cu + S
                 2    :  1
Ik heb 6 gram koper en 6 gram zwavel
Hoeveel gram zwavel hou ik over?

Slide 12 - Slide

Oplossing
Stap 1: Kopersulfide valt uiteen in koper en zwavel
Stap 2: Aluminiumoxide(s)---> Aluminium(s) + Zuurstof(g)
Stap 3: CuS         Cu + S
Stap 4: CuS         Cu + S
Stap 5:                  2g     1g
Stap 6: Uitrekenen hoeveel zwavel nodig is-->
Stap 7: (6*1)/2=3g zwavel nodig
Conclusie: Ik had 6 gram zwavel dus 3 gram teveel

Cu
S
2g
1g
6g
?

Slide 13 - Slide

Molecuulmassa

Slide 14 - Slide