H7. Berechting+Opdracht Domein

Hoofdstuk 7. Strafrecht
Berechting
1 / 12
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 7. Strafrecht
Berechting

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  1. Je kunt een rechtzaak analyseren en  de standpunten van advocaten en officier van justitie begrijpen en uitleggen.
  2. Je kunt uitleggen hoe de rechter tot een uitspraak komt.
  3. Je kunt uitleggen wat rechtsvaardigingsgronden zijn en deze herkennen in casuïstiek.



Slide 2 - Slide

Programma
Korte Quiz (5 min.)
Voorbereiding opdracht (5 min.)
Videofragment rechtzaak (14 min.)
Opdracht (20 min.)
Nabespreking opdracht (5 min.)

Slide 3 - Slide

Het recht om iemand te straffen voor moord verjaart na:
A
6 jaar
B
12 jaar
C
3 jaar
D
nooit

Slide 4 - Quiz

Het strafproces bestaat uit 6 fasen. Welke fasen zijn dat?

Slide 5 - Open question


1. Je kunt alleen veroordeeld worden als de wet bepaald dat iets strafbaar is.
2. Ne bis in idem-regel betekent dat je voor hetzelfde delict opnieuw
vervolgd kunt worden.
3. De rechter is bevoegd om een hogere straf toe te kennen dan de wet
aangeeft bij uitzonderlijke zeer zware misdrijven.
Wat is juist?
A
1, 2 en 3 zijn juist.
B
1 is juist, 2 en 3 zijn onjuist.
C
1 en 3 zijn onjuist, 2 is juist.
D
1 en 3 zijn juist, 2 is onjuist.

Slide 6 - Quiz

Het strafproces
  1. Aanhouding
  2. Opsporing
  3. Vervolging
  4. Berechting
  5. Hoger beroep en cassatie
  6. Uitvoering straf

Slide 7 - Slide

Voorbereiding opdracht
  1. Maak een groepje van 3 personen.
  2. Spreek met elkaar af wie op de beide advocaten, de officier van justitie en de rechter let.
  3. Let op de volgende zaken en maak aantekeningen: 



  • De tenlastelegging.
  • De vragen die de rechter aan verdachten stelt.
  • Het requisitoir van de officier van justitie.
  • Het pleidooi van de advocaten.
  • De straf die door de rechter bepaald wordt en zijn motivatie.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Opdracht A
Lees op pagina 64/65 Strafuitsluitingsgronden vanaf Rechtvaardiging en op pagina 66 de 1ste alinea onder De Straf (7.2) en op pagina 66/67 de Functies van straffen.

1. Welke rechtvaardigingsgrond wordt door de advocaten aangehaald?
2. Wat motiveert de officier van justitie om tot de straf te komen?
3. Welke straf kent de rechter aan de daders toe en hoe beargumenteert de rechter zijn besluit.
4. Stel dat jij rechter bent .... welke straf zou jij toekennen en waarom?

Slide 10 - Slide

Opdracht B
  1. Maak een groepje van 3 personen.
  2. Bepaal wie de rol van rechter, officier van justitie en advocaat neemt.
  3. De rechter en officier van justitie gaan samen gemotiveerd een nieuwe strafmaat voorstellen.
  4. De advocaat  stelt de voorgestelde strafmaat ter discussie.
  5. De groep bepaalt daarna gezamenlijk de strafmaat.

Slide 11 - Slide

Nabespreking en afronding

Slide 12 - Slide