Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat zitten en een dichte laptop op tafel hebt liggen. Doe je laptop alvast aan de lader indien je deze wilt opladen.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat zitten en een dichte laptop op tafel hebt liggen. Doe je laptop alvast aan de lader indien je deze wilt opladen.
Slide 1 - Slide
1.4 Elektriciteit en Veiligheid
Slide 2 - Slide
Hoe zat het met de stroomsterkte die het lichaam ingaat?
-Contactweerstand -Lichaamsweerstand
Slide 3 - Slide
1.4 Elektriciteit en veiligheid
Gevaren van elektriciteit
Hoe groot de stroomsterkte is hangt af van de spanning en de weerstand van je lichaam, je lichaam geleidt de stroom vrij goed: lichaamsweerstand
De grootste weerstand vindt plaats op waar de stroom het lichaam in- en uitgaat: aanrakings- en contactweerstand
Hoe droger de huid, des te groter wordt de weerstand.
Slide 4 - Slide
Soorten weerstand
Lichaamsweerstand: de totale weerstand van je lichaam
Contactweerstand; de weerstand waar de stroom het lichaam in gaat. (klein bij natte huid)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Hiernaast zie je een aardlekschakelaar. Wat is de functie van een aardlekschakelaar?
A
Aardlek schakelt bij overbelasting uit
B
Als er stroom weglekt naar aarde schakelt de aardlek uit
C
Aardlek is er om de elektrische installatie in of uit te schakelen
D
Aardlek meet het vermogen in de elektrische installatie
Slide 7 - Quiz
Waar tegen beschermt een zekering?
Een zekering voorkomt ......
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
C
Brand
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 8 - Quiz
Fasedraad
Nuldraad
Schakeldraad
Aardedraad
Slide 9 - Drag question
grootheid
eenheid
symbool
symbool
vermogen
stroomsterkte
spanning
P
I
V
Ampère
A
W
U
Watt
Volt
Slide 10 - Drag question
Het energieverbruik in kilowattuur bereken je met de formule E = P ∙ t. In welke eenheden moet je het vermogen en de tijd invullen?
A
het vermogen in kW en de tijd in minuten
B
het vermogen in W en de tijd in uren
C
het vermogen in kW en de tijd in uren
D
het vermogen in W en de tijd in minuten
Slide 11 - Quiz
Hoeveel energie verbruikt een waterkoker van 2 kW als hij 30 minuten wordt gebruikt?
A
1 kWh
B
4 kWh
C
30 kWh
D
60 kWh
Slide 12 - Quiz
Er gaat via de fasedraad 1,02 A naar een stijltang. Er komt door de nuldraad 0,95 A terug. A) Bereken de lekstroom B) Zal de aardlekschakelaar de stroom uitschakelen?
Slide 13 - Open question
Welk nummer geeft de schakeldraad aan?
A
1
B
2
C
3
Slide 14 - Quiz
In afbeelding 4 zie je een foto met daarop een oplader die in brand is gevlogen. Hieronder staan drie mogelijke oorzaken. Welke oorzaak is het meest waarschijnlijk?
A
De zekering is uitgevallen
B
De oplader was kapot en heeft gezorgd voor kortsluiting
C
Het vermogen van de oplader was te laag
Slide 15 - Quiz
Welke lampjes blijven branden als je de schakelaar open doet?
A
1
B
2,3
C
allemaal
D
geen
Slide 16 - Quiz
Wat is de stroomsterkte die de stroommeter aangeeft?
Slide 17 - Open question
De stroomsterkte door lampje één is 2 ampère. Hoe groot is de stroom door lampje twee?
A
0,5 A
B
1 A
C
2 A
D
4 A
Slide 18 - Quiz
Op welke plaats is de stroomsterkte het grootst?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 19 - Quiz
Meneer Lukkien gaat met oud en nieuw oliebollen bakken. Hij zet drie frietpannen tegelijk aan, maar bij de derde pan vliegt te stroom er opeens uit. Hoe komt dit?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
C
Aardlek
Slide 20 - Quiz
Een zekering voorkomt kortsluiting
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quiz
Een aardlekschakelaar....
A
meet de uitgaande stroom
B
meet de ingaande stroom
C
vergelijkt de ingaande met de uitgaande stroom
D
controleert of de draden overbelast worden
Slide 22 - Quiz
Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak de test jezelf van H4.4 helemaal af.
Hoe? Je werkt de eerste 10 minuten individueel, daarna mag je zachtjes overleggen