Het utilisme komt voort uit het Latijnse woord utilitas, dit betekent nut.
De grondlegger van het utilisme is de Engelse David Hume. Het utilisme werd door Jeremy Betham en John Stuart Mill uitgebreid. In deze LessonUp worden hun ideeën verder uitgelegd.
Utilisme is een theorie die aangeeft dat de hoeveelheid van goedheid in een situatie wordt bepaald door de totale hoeveelheid geluk.
Hoe groter het netto-geluk in een situatie, dat is: het totaal aan het geluk min de hoeveelheid ongeluk in een bepaalde situatie, hoe beter een situatie is.
Een handeling is dus goed voor zover het de 'optelsom' van geluk vergroot.
Bentham beredeneerde dat geluk en pijn zijn te berekenen op een bepaalde manier. Je kunt geluk en pijn toekennen. Bestuurders kunnen op deze manier besturen vanuit neutraliteit en objectiviteit, omdat ze kunnen berekenen wat het beste is voor het algemeen belang.