3K Week 3 Lesson 2 (Unit 4.3 Writing/Have to)

Week 3: lesson 2
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 3: lesson 2

Slide 1 - Slide

Homework

You needed to finish exercise A-D of Unit 4.3 Writing today

Slide 2 - Slide


Last lesson

You can practice your writing skills


This lesson

You can practice your writing skills

Taaldoel: 

Wat betekent "have to"?

Lesson goals

Slide 3 - Slide

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt een kort persoonlijk bericht schrijven.
2. Je kent de woorden van les 2 (Words Lesson 2).
3. Je kan have to gebruiken in correcte Engelse zinnen.
4. Je kan could & couldn't gebruiken in correcte Engelse zinnen.

Slide 4 - Slide

Lesson plan

1.  Have to
2.  Lesson 4.3 Writing 
3. Did we achieve our lesson goals?

Slide 5 - Slide

Have to
Gebruik je om te zeggen:
 
dat iets moet (omdat het een regel is)

Slide 6 - Slide

Have to
Bijvoorbeeld:
 
He has to use the boy's room
We have to take off our hat in school

Slide 7 - Slide

Have to
Maak je zo:
 
have/has to  + hele werkwoord 

Slide 8 - Slide

Have to
Dus:

 


I have to work
You have to work
He/she/it has to work
We have to work
You have to work
They have to work

Slide 9 - Slide

Let's practice!

Slide 10 - Slide

He .......(walk) to school.
A
is walk
B
can walk
C
has to walk
D
have to walk

Slide 11 - Quiz

I .......(read) this book.
A
can read
B
have to read
C
has to read
D
may read

Slide 12 - Quiz

Vertaal in het Engels met "have to":
"Zij moet het doen"

Slide 13 - Open question

Vertaal in het Engels met "have to":
"Zij moeten werken op zondag"

Slide 14 - Open question

Was dit moeilijk?
Ga naar Checkbook 4.10 Grammar 3:

Hier vind je alle regels over have to



Slide 15 - Slide

Hoe weet je of je je lesdoel behaald hebt?

1. Je kunt een kort persoonlijk bericht schrijven.
2. Je kent de woorden van les 2 (Words Lesson 2).
3. Je kan have to gebruiken in correcte Engelse zinnen.
4. Je kan could & couldn't gebruiken in correcte Engelse zinnen.

Slide 16 - Slide

Lesson 4.3 Writing
Make exercise E to G

You have 15 minutes & 
you work alone


timer
15:00
Finished early?
Make H+I + "Zelf Oefenen"

Slide 17 - Slide

How did it go?
Any questions?

Slide 18 - Slide

Check your answers & correct! 
I will show the correct answers to you now.
Correct everything, so your score is 100% and there is no more RED left!

You have 5 minutes & 
you work alone


timer
5:00
Finished early?
Work in 4.3 "Zelf Oefenen"

Slide 19 - Slide

Lesson goals:

You can practice your writing skills

Taaldoel:


Wat betekent "have to"?




Homework :

- Finish exercises E-I of Lesson 4.3 Writing

Let op: bij onderdeel H ga je een paar korte berichten schrijven. Dit is oefening voor je Schrijftoets (informele email)



Slide 20 - Slide

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt een kort persoonlijk bericht  schrijven.
2. Je kent de woorden van les 2 (Words Lesson 2).
3. Je kan have to gebruiken in correcte Engelse zinnen.
4. Je kan could & couldn't gebruiken in correcte Engelse zinnen.

Slide 21 - Slide

Time left? Let's play Kahoot

 Enter the game PIN that I will show you now


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide