Introductie

Geschiedenis
Introductie klas 1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Geschiedenis
Introductie klas 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Leerdoelen

Uitleg: het vak geschiedenis 

Werkvorm: je eigen geschiedenis

Tijd over: tijd indelen

Afronding les

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
Aan het einde van deze les kan je:

-  uitleggen wat het vak geschiedenis inhoudt

- verklaren waarom het vak geschiedenis wordt gegeven

(Je kan de tijd indelen met behulp van jaartallen en de tijdvakken)


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Geschiedenis
Wat heb je altijd bij je?
  • Je boek
  • Je werkschrift
  • Je aantekeningenschrift
  • Een paar pennen


Slide 4 - Slide

Geschiedenis gaat over het verleden van de menselijke samenleving. Deze geschiedenis gaan wij bekijken op basis van geschreven en ongeschreven bronnen. 

Het vak helpt vervolgens om de wereld om ons heen te begrijpen. We leren door het bestuderen van de bronnen ook wat waar en niet waar is. Uit deze bronnen en door verhalen horen we ook verschillende meningen uit de geschiedenis.
Geschiedenis
  • Het verleden van de menselijke samenleving
  •  Geschreven en ongeschreven bronnen bestuderen bij geschiedenis
Lees blz. 6.
Het nut van het vak (blz. 7):
  • Wereld van nu en vroeger begrijpen
  • Eigen mening kunnen onderbouwen
  • Belangrijke gebeurtenissen niet vergeten

Slide 5 - Slide

Geschiedenis gaat over het verleden van de menselijke samenleving. Deze geschiedenis gaan wij bekijken op basis van geschreven en ongeschreven bronnen. 

Het vak helpt vervolgens om de wereld om ons heen te begrijpen. We leren door het bestuderen van de bronnen ook wat waar en niet waar is. Uit deze bronnen en door verhalen horen we ook verschillende meningen uit de geschiedenis.
Wat is jouw geschiedenis?

Wanneer ben je geboren?
Waar ben je geboren?
Wat gebeurde er toen in dat jaar/op die plek?

Waar en wanneer zijn je ouders geboren?
Wat is een groot moment in de geschiedenis wat zij hebben meegemaakt?

Waar en wanneer zijn je Oma & Opa geboren?
Wat is het grootste verschil tussen hun jeugd en die van jou?

Kan je deze vragen ook beantwoorden over de generatie vóór die van je oma en opa?

Beantwoord zoveel mogelijk vragen en schrijf je antwoorden netjes op in volledige zinnen!

De geschiedenis van de mens is 10.000 generaties oud. Jij kijkt 4 generaties terug.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Jaartelling
  • Handig om de tijd te ordenen

  • Belangrijke gebeurtenis als begin

  • Verschillende jaartellingen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Christelijke jaartelling
  • Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)

  • Geboorte van Christus

  • Meest gebruikte jaartelling

  • Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Eeuwen
  • Periodes van 100 jaar

  • Eerste eeuw begint met het jaar 1 en eindigt met het jaar 99

  • De tweede eeuw begint met het jaar 100 en eindigt met het jaar 199

  • Ga zo maar door..

  • Daarom leven wij in de 21e eeuw

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

31
A
1e eeuw v. Chr
B
1e eeuw n. Chr.
C
2e eeuw v. Chr.
D
2 eeuw n. Chr.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

299 v. Chr.
A
2e eeuw v. Chr
B
2e eeuw n. Chr.
C
3e eeuw v. Chr.
D
3 eeuw n. Chr.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Spelen de volgende perioden zich vóór of ná Christus af? Sleep ze naar de juiste plek.
Na Christus
Vóór Christus
1939-1945
212-200
100-44
1914-1918
492-379
1000-1500

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Bij de vorige vragen heb je gezien hoe tijdbalken eruit zien.

Wat is er niet goed aan deze tijdbalk?
A
Een tijdbalk moet altijd beginnen bij het jaar 1
B
Een tijdbalk heeft altijd perioden van 100 jaar
C
Een tijdbalk heeft altijd de perioden in gelijke stukken verdeeld
D
Een tijdbalk heeft altijd als laatste jaartal, het huidige jaar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De tien tijdvakken
  • Bedacht voor het onderwijs

  • Beginnen allemaal met: "De tijd van..."

  • Zijn niet allemaal even lang: sommige zijn meer dan 1000 jaar, andere maar 50 jaar.

  • Er is gekeken naar kenmerken: "Waaraan kun je ze herkennen?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Over welk onderwerp zal dit tijdvak gaan?
A
De Middeleeuwen
B
De Wereldoorlogen
C
De steentijd
D
De Romeinen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Voorkennis activeren
Probeer de tijdvakken op chronologische volgorde te zetten. Chronologisch betekent op de juiste volgende. 
Opdracht

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

1500 
v. Chr.
1000 
v. Chr.
500 
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Huiswerk voor de  volgende les


Lees de inhoud van het boek (blz. 4 en 5) en blader je boek een beetje door. 

Schrijf op: over welk onderwerp je het meest weet; 
welke het minst weet en;
 waar je het meest zin in hebt.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 26 - Open question

This item has no instructions