H2.1 - Industrie en samenleving

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

H3 - Burgers en stoommachines

19e eeuw

Waar gaat H3 over?

3.1 De Industriële Revolutie

3.2 Democratie in Nederland

3.3 Politieke samenleving

3.4 Westerse wereldrijken

Wat weet je al van de Industriële Revolutie?

Wat valt je op in dit filmfragment?

Hoe zijn de omstandigheden in de fabriek?

Aan de slag

1. Lees en bekijk de introductie bij H3 in het tekstboek 

op blz 38-9.

2. Maak de vragen bij de introductie in het werkboek

blz 46 vraag 1 t/m 4.

3.1 Industrie en samenleving

Leerdoelen

1. Je weet hoe en waardoor de productie toenam (vandaag)

2. Je weet wat veranderde in de samenleving (vandaag)

3. Je weet wat veranderde in de verhouding tussen werkgevers en werknemers

Onderwerp

De industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen

Industriële Revolutie

• Handarbeid wordt vervangen door werken met machines in fabrieken. Productie stijgt enorm!
• Aangedreven door stoom
• Industrie: productie in fabrieken

• Belangrijkste verandering sinds de landbouwrevolutie
• 
  
• Industriële samenleving: meer dan de helft van de mensen woont in de steden en niet op het platteland
• Dienstensector: handel en vervoer, al het werk dat niet onder landbouw en industrie valt.

• Begin van nieuwe periode in 1800: moderne tijd

Vanaf 1850 ook in andere westerse landen en Japan

1750

van kleinschalige handmatige productie...

... naar grootschalige machinale productie

1835

Nieuwe producten

Trein

Elektrisch licht

Kunstmest

Telefoon

Arbeiders in actie

Rijke burgers hadden een bedrijf, ze waren ondernemer

De relatie tussen werkgevers en werknemers was vaak onpersoonlijk.

Hoe komt dit?

Arbeiders in actie

Om voor zichzelf op te komen, gingen arbeiders samenwerken. 

Ze richtten vakbonden op.

Arbeiders in actie

• Werkgever: zijn de bazen/ de mensen die mensen in dienst hebben
• Zij proberen zoveel mogelijk winst te maken.

• Werknemer: mensen die in loondienst werken
• Zij krijgen lage lonen, dus gaan onderhandelen en staken

Aan de slag

1. Lees 3.1 uit het tekstboek

2. Maak vragen 1 t/m 6 in het werkboek

In welke eeuw was de Tijd van Burgers en Stoommachines?

1. 17e eeuw
2. 18e eeuw
3. 19e eeuw
4. 20e eeuw

Welk samenlevingstype ontstaat in de tijd van burgers en stoommachines?

1. De autarkische samenleving
2. De industriële samenleving
3. De landbouwstedelijke samenleving
4. Samenleving van jagers en verzamelaars

In welk land begon de industriële revolutie?

1. Belgie
2. Nederland
3. Engeland
4. Amerika

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen in de industriële revolutie?

1. stoommachine
2. ploeg
3. straatverlichting
4. dienstensector

Welke sector ontstaat door de komst van de industrialisatie?

1. landbouwsector
2. industriesector
3. informele sector
4. dienstensector