Taalcompleet A1 Thema 6

• NT2
• ISK

Taalcompleet A1 thema 6

Kleding

Les 6.1: De jas, de broek, de schoenen

de tas

• de tas - de tassen 
• kan je dingen in doen
• een tas kan je dragen
• zin: Zij doet de boodschappen in de tas.

de trui

• de trui -  de truien
• zin: Mijn moeder breit een trui voor mij.
• zin: Haar trui is zacht en blauw. 

de blouse

De man draagt een blouse met strepen.

het hemd

Onder zijn trui draagt hij een hemd.

de sok / de sokken

Waar ga je sokken kopen?

een paar sokken

Ik draag een paar warme sokken.

de jas

• kledingstuk voor buiten
• over je kleding 
• de jas - de jassen
• zin: Ik heb een nieuwe jas aan.
• zin: Mijn jas is kapot.

de schoen - de schoenen

de broek

• kleding
• de broek - de broeken
• zin: Ik koop vandaag een nieuwe broek.
• zin: Mijn broek is te groot.

het vest

1 schoen,
10 .........

Maak een zin.

Wat is dit?

4

1. een beroek
2. een boek
3. een boerk
4. een broek

Wat is dit?

1. rok
2. jas
3. broek
4. jurk

Oefenen in je boek:

Maak opdracht zelf:

 3, 4, 5, 6, 7, 8

We maken samen:

---

Praat samen:

2-9

6.2 "De" en "het"

leren.kleurrijker.nl

 de of het? 

beantwoord de vragen; volgende dia's

............ jasje

1. het
2. de

........... schoenen

1. het
2. de

............... broekje?

1. het
2. de

............ rokje

1. het
2. de

................. truien

1. het
2. de

........... tassen (laatste vraag)

1. het
2. de

Oefenen in je boek:

Maak opdracht zelf:

 13, 

We maken samen:

11

Praat samen:

--

6.3 Kleding kopen

leren.kleurrijker.nl

Oefenen in je boek:

We luisteren naar de tekst en maken 15

Maak opdracht zelf:

 17, 18, 20, 21, 22, 

We maken samen:

19

Praat samen:

23