Herhaling

Agenda les 1
- Activeren van voorkennis 
- Korte uitleg 
- Column lezen van Lale Gül (Het Parool)
- Oefening





1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Agenda les 1
- Activeren van voorkennis 
- Korte uitleg 
- Column lezen van Lale Gül (Het Parool)
- Oefening





Slide 1 - Slide

Waar hadden we het
vorige les over?

Slide 2 - Mind map

Wat heb je geleerd
over leestekens?

Slide 3 - Mind map

Doelen van deze les:
Aan het einde van deze les:

 - Weet je wie Lale Gül is
- Weet je het verschil tussen enkele en dubbele aanhalingstekens
- Heb je geoefend met leestekens 

Slide 4 - Slide

Verschil?


(1a) De voorzitter zei: ‘Ik zie hier geen been in.’

(1b) De voorzitter zei: “Ik zie hier geen been in.”

Slide 5 - Slide

Zoek de verschillen
(4a) De koning zei: “Ik herinner me nog dat iemand ‘Vive la république’ riep tijdens mijn eedaflegging.”

(4b) De koning zei: ‘Ik herinner me nog dat iemand “Vive la république” riep tijdens mijn eedaflegging.’

(4c) De koning zei: ‘Ik herinner me nog dat iemand ‘Vive la république’ riep tijdens mijn eedaflegging.’

Slide 6 - Slide

Uitleg:
Er zijn geen algemeen erkende regels voor het gebruik van dubbele en enkele aanhalingstekens bij letterlijke citaten. Hier kunnen zowel dubbele als enkele aanhalingstekens gebruikt worden. 

Om iets 'nadruk te geven' worden altijd enkele aanhalingstekens gebruikt.

Slide 7 - Slide

Lees de column van Lale Gül

Slide 8 - Slide

Wat wil Lale bereiken met deze column? (Je mag meerdere antwoorden geven)

Slide 9 - Open question

Welke namen die ze noemt, ken je? Wat weet je over deze persoon of personen?

Slide 10 - Open question

Waar maakt Lale in haar tekst een vergelijking tussen?

Slide 11 - Open question

Lale gebruikt aanhalingstekens op twee manieren. Welke manieren zijn dit?

Slide 12 - Open question

Oefenen met leestekens
Ga naar: 
https://www.cambiumned.nl/spelling/leestekens/
Maak oefening 1 & 2

Klaar? Schrijf twee dingen op die je hebt geleerd en laat aan de docent zien.
 Pauze!

Slide 13 - Slide

Na het schrijven:
- Nalezen op inhoud
- Nalezen op zinsbouw
- Nalezen op spelling

Slide 14 - Slide