4.6 Het rijk van de planten

Het rijk van de planten
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het rijk van de planten

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les kun jij
Het plantenrijk indelen in 3 stammen. van elke stam moet je kenmerken en voorbeelden kunnen noemen.

Slide 2 - Slide

Plantencel
Plant 

Slide 3 - Slide

Het rijk der planten  (Eukaryoot)
Planten
Wieren (algen)
Sporenplanten
Zaadplanten
Rijk
Stam
Klasse

Slide 4 - Slide

wieren/algen
leven vooral in water 

hebben bladgroenkorrels
geen wortel, geen stengel, geen bladeren, geen bloemen

Kunnen eencellig of meercellig zijn

Slide 5 - Slide

  • Bovenste: boomalgen (eencellig)

  • Onderste: blaaswier
    (veelcellig)

Slide 6 - Slide

Sporenplanten
  • Wel wortels, stengels en bladeren
  • Geen bloemen
  • Voortplanting: sporen

  • 3 klassen: mossen, varens en
     paardenstaarten

Slide 7 - Slide

Mossen
Mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.

Voortplanting:

Mosplantjes vormen sporendoosjes die 
(ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, 
dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Slide 8 - Slide

Varens
Varens herken je aan hun grote bladeren.
De bladrand is vaak ingesneden.
Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan.

Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.
De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
Mannetjesvaren

Slide 9 - Slide

Paardenstaarten
 Ze hebben holle stengels en kleine bladeren
 Sporen groeien in sporenvormende organen aan het uiteinde van de stengel.

Slide 10 - Slide

Stam: Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.
Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

Slide 11 - Slide

Zaadplanten
  • Naaktzadigen

        - Zaden tussen de schubben (kegels)

        - Bladeren meestal naaldvormig

  • Bedektzadigen

        - Zaden in vruchten

        - Bladeren niet naaldvormig

Slide 12 - Slide

De stam van de zaadplanten
-
bedektzadigen                                naaktzadigen

Slide 13 - Slide

wieren

- geen wortels
- geen stengels
- geen bladeren
- geen bloemen
vaatplanten

- stengels
- wortels
- bladeren 
- soms bloemen


mossen

- geen wortels 
- stengels
- soms bladeren
- geen bloemen

Slide 14 - Slide

wat
Verwerken bs 4.6 Het rijk van de planten
Hoe
Lees basisstof 4.6 , Maak daarna een begrippenlijst.
Maak vervolgens opdracht 1 t/m 4 online
Hulp
1) boek    2) medeleerling  3 ) docent
Tijd
 20  minuten
Klaar

Opdrachten af? Controleer of je de opdrachten juist gemaakt hebt! ( antwoordenboek in Magister )

Overhoor jezelf door  aan te werken met de flitskaarten en test jezelf BVJ  - online


Slide 15 - Slide

Bij welk domein horen de planten?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten

Slide 16 - Quiz

Waar kun je naaktzadigen aan herkennen?
A
De zaden zitten in vruchten.
B
De zaden zitten in kegels.
C
De zaden zitten in doosjes.

Slide 17 - Quiz

Hoe planten wieren zich voort?
A
Door deling
B
Door sporen
C
Door zaden

Slide 18 - Quiz

Naaktzadigen zijn meestal naaldbomen zoals, dennen en sparren.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Een kiwi is een vrucht. Van welke soort plant?
A
Een naaktzadige plant
B
Een sporenplant
C
Een bedektzadige plant

Slide 20 - Quiz

zaadplanten
sporenplanten
algen
Sleep de afbeeldingen naar de juiste indeling.




niet leren :)

Slide 21 - Drag question


Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 22 - Quiz


Behoort tot de
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
varens
D
schimmels

Slide 23 - Quiz

groenwieren (algen)

ééncellig
meercellig

voortplanting door deling of spoorvorming


boomalg
zeesla

Slide 24 - Slide

Mossen

Voortplanting:


Mosplantjes vormen sporendoosjes die (ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Slide 25 - Slide

vaatplanten
Sporenplanten

geen bloemen
voortplanting door sporen

voorbeelden:
- paardenstaarten
- varens
Zaadplanten

wel bloemen 
voortplanting door bloemen/vruchten/zaden

voorbeelden:
- naaktzadigen
- bedektzadigen

Slide 26 - Slide

Paardenstaart 
  • Hebben holle stengels.
  • Sporen groeien in     sporenvormende organen.



vb: Heermoes

Slide 27 - Slide

Varens
Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.

Een sporenhoopje is een verzameling sporendoosjes bij elkaar.
De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
 vb: Mannetjesvaren

Slide 28 - Slide

Zaadplanten
Naaktzadig                                                Bedektzadig (BLOEMEN!)

Slide 29 - Slide