Les 2 x

Welcome back :)
Today:



  • Rewind
  • Game... !
  • Grammar: imperative
  • Get to work
  • Grammar: must / mustn't
  • Get to work
  • Rounding off
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welcome back :)
Today:



  • Rewind
  • Game... !
  • Grammar: imperative
  • Get to work
  • Grammar: must / mustn't
  • Get to work
  • Rounding off

Slide 1 - Slide

Goals

Aan het einde van de les...
- Begrijp je wat the imperative inhoudt en hoe je dit toe kan passen.
- Begrijp je must / mustn't en kun je dit toepassen.
- Heb je goed gewerkt.


Slide 2 - Slide

Last lesson...

Slide 3 - Slide

S I M O N   S A Y S




Do you all know this game?

Slide 4 - Slide

What do you expect people to do when someone says 'Simon says ......'?

Slide 5 - Open question

Simon says
When Simon says sit down, you sit down... When Simon says jump, you jump... When Simon says turn around, you turn around...


We expect people to listen to us! They have to do something (or not). 

Slide 6 - Slide

Which one is the odd one out?
Simon says...
A
Sing something!
B
Sit down.
C
Don't talk to me.
D
Could you write me a note?

Slide 7 - Quiz

Translate (use Simon says in your head):
Poets je tanden!

Slide 8 - Open question

Translate (use Simon says in your head):
Niet praten!

Slide 9 - Open question

The imperative
Je gebruikt de gebiedende wijs wanneer je iemand vertelt wat diegene (niet) moet doen.

Net als Simon says...


Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Slide 10 - Slide

The imperative (gebiedende wijs)

Ga zitten!
Doe je boeken open!
Wees stil!
Eet je avondeten op!

Sit down!
Open your books!
Be quiet!
Eat your dinner!

(Zet er maar eens 'Simon says' voor...

Slide 11 - Slide

The imperative (gebiedende wijs)

Don't sit down!
Don't open your books!
Don't be quiet!
Don't eat your dinner!

Sit down!
Open your books!
Be quiet!
Eat your dinner!


Je gebruikt don't als iemand iets niet moet doen.

Slide 12 - Slide

Do:
Unit 5.1 exercises 8A & 8B





We gaan zo opdracht 8A samen bespreken.
Get to work!
Hoe?
- Je werkt in stilte.
- Bij vragen steek je je vinger op.


Klaar? 
- Rood? Practise more!
- Groen? Get ahead!

Slide 13 - Slide

Must / mustn't

Slide 14 - Mind map

Luister en let op hoe must / mustn't gebruikt worden

Slide 15 - Slide

Must = ...
A
willen
B
kunnen
C
moeten
D
doen

Slide 16 - Quiz

Mustn't = ...
A
Niet moeten / mogen
B
Niet willen
C
Moeten
D
Niet kunnen

Slide 17 - Quiz

must / mustn't
must + hele werkwoord = moeten (dringend, noodzakelijk)
--> "I must visit my grandmother soon."

mustn't + hele werkwoord = niet moeten/niet mogen
--> "You mustn't be late!"

Slide 18 - Slide

I ... eat in class.
A
must
B
mustn't

Slide 19 - Quiz

You ... speak English in class.
A
must
B
mustn't

Slide 20 - Quiz

Do:
Unit 5.1 exercise 7





Niet af = huiswerk
Get to work!
Hoe?
- Je werkt in stilte.
- Bij vragen steek je je vinger op.

Klaar? 
- Rood? Practise more (grammar)!
- Groen? Get ahead (grammar)!

Slide 21 - Slide

Homework Thursday



Do:
Exercises 7 - 8B + practise
more OF get ahead (unit 5.1)
Study: Vocabulary (unit 5.1)

Slide 22 - Slide

Rounding off - geef antwoord op de volgende vragen:

1. Geef drie voorbeelden van de gebiedende wijs (imperative) in het Engels.
2. Wanneer gebruik je must en mustn't?
3. Maak een zin met must OF mustn't.

Slide 23 - Open question