H03 Sparen en lenen les 4

H03 Sparen en lenen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H03 Sparen en lenen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt onderscheid maken tussen absolute en relatieve verandering

Slide 2 - Slide

Planning 
  • Wat weten we nog
  • Percentages om te vergelijken 
  • Aan het werk/ bespreken opdrachten

Slide 3 - Slide

Wat weten we nog? 
Wat is de formule voor samengestelde interest?

Ik zet €20.000,- neer op een spaarrekening met 2%. Hoeveel staat er over 5 jaar op mijn spaarrekening?

Slide 4 - Slide

Wat weten we nog? 
We schrijven de formule kortweg als 



Let op: wanneer er in een opgave gedurende de looptijd stortingen of onttrekkingen worden gedaan of wanneer de rente tussentijds wijzigt dan zul je de berekening moeten opknippen in de delen. 

Slide 5 - Slide

Absolute vs. relatieve verandering




Procenten worden vaak gebruikt om relatieve veranderingen aan te geven
(3.21) In 2015 is het gemiddeld spaarbedrag per hoofd in China € 612, terwijl dat in Nederland € 4.835 bedraagt. In 2016 stijgt het gemiddelde spaarbedrag per hoofd in China met € 37,50 en in Nederland met € 80,80. 

Slide 6 - Slide

Rekenen met procentuele verandering
Het aantal leerlingen op het Ir. Lely lyceum is ten opzichte van vorig schooljaar met 2% gestegen. Er zijn nu 918 leerlingen. Hoeveel leerlingen waren er vorig jaar? 


Slide 7 - Slide

Rekenen met procentuele verandering
Het aantal leerlingen op het Ir. Lely lyceum is ten opzichte van vorig schooljaar met 2% gestegen. Er zijn nu 918 leerlingen. Hoeveel leerlingen waren er vorig jaar? 

We vergelijken met vorig jaar, je stelt het aantal leerlingen van vorig jaar daarom op 100%

Slide 8 - Slide

Rekenen met procentuele verandering
Het aantal leerlingen op het Ir. Lely lyceum is ten opzichte van vorig schooljaar met 2% gestegen. Er zijn nu 918 leerlingen. Hoeveel leerlingen waren er vorig jaar? 
We vergelijken met vorig jaar, je stelt het aantal leerlingen van vorig jaar daarom op 100%
leerlingen vorig jaar
100%
?
toename dit jaar
2%
?
leerlingen dit jaar
102%
918

Slide 9 - Slide

Rekenen met procentuele verandering
Het aantal leerlingen op het Ir. Lely lyceum is ten opzichte van vorig schooljaar met 2% gestegen. Er zijn nu 918 leerlingen. Hoeveel leerlingen waren er vorig jaar? 
We vergelijken met vorig jaar, je stelt het aantal leerlingen van vorig jaar daarom op 100%

918/ 102 x 100 = 900
leerlingen vorig jaar
100%
900
toename dit jaar
2%
18
leerlingen dit jaar
102%
918

Slide 10 - Slide

Huiswerk 3.18 t/m 3.23   
Eerder klaar? Werk door aan 3.24 en 3.25


timer
8:00

Slide 11 - Slide

Lesdoel
  • Je weet het verschil tussen procenten en procentpunten.
  • Je kunt de aflossingen en rente van een lening met gelijkblijvende (lineaire) aflossing berekenen

Slide 12 - Slide

Procent vs. procentpunt 
In 2020 heeft Apple goede zaken gedaan. Het aantal verkochte smartphones in Nederland bleef gelijk ten opzichte van 2019. Het marktaandeel van Apple op de markt voor smartphones is echter gestegen van 10% naar 11%. 

  • Hoeveel procent meer smartphones heeft Apple verkocht? 
  • (11-10)/ 10 x 100% = 10%
  • Hoeveel procentpunt is het marktaandeel van Apple gestegen? 
  • 11-10 = 1 procentpunt

Slide 13 - Slide

Maken 3.24 en 3.25   
Eerder klaar? Maak huiswerk 3.26 en 3.27 


timer
8:00

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
Sofie leent op 1 januari € 4.000 voor een nieuwe scooter van haar ouders tegen 5% rente per jaar. Ze spreken af dat Sofie de lening met gelijke bedragen zal aflossen over een periode van 4 jaar. Jaarlijks op 31 december zal Sofie de aflossing en de rente over het afgelopen jaar betalen. 

  • Bereken de jaarlijkse aflossing 
  • € 4.000/4 = € 1.000 
  • Bereken de te betalen rente aan het einde van het 1e jaar. 
  • 0,05 x € 4.000 = € 200 
  • Sofie betaalt in totaal € 1.200 aan het einde van het eerste jaar. 

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
Sofie leent op 1 januari € 4.000 voor een nieuwe scooter van haar ouders tegen 5% rente per jaar. Ze spreken af dat Sofie de lening met gelijke bedragen zal aflossen over een periode van 4 jaar. Jaarlijks op 31 december zal Sofie de aflossing en de rente over het afgelopen jaar betalen. 
  • Bereken de jaarlijkse aflossing 
  • € 4.000/4 = € 1.000 
  • Bereken de te betalen rente aan het einde van het 1e jaar. 
  • 0,05 x € 4.000 = € 200 
  • Sofie betaalt in totaal € 1.200 aan het einde van het eerste jaar. 

  • Door de aflossing van € 1.000 heeft Sofie aan het begin van het 2e jaar nog een schuld van € 3.000

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
Sofie leent op 1 januari € 4.000 voor een nieuwe scooter van haar ouders tegen 5% rente per jaar. Ze spreken af dat Sofie de lening met gelijke bedragen zal aflossen over een periode van 4 jaar. Jaarlijks op 31 december zal Sofie de aflossing en de rente over het afgelopen jaar betalen. 
  • Door de aflossing van € 1.000 heeft Sofie aan het begin van het 2e jaar nog een schuld van € 3.000

  • Bereken de te betalen rente aan het einde van het 2e jaar.
  • 0,05 x € 3.000 = € 150

  • Sofie betaalt in totaal € 1.150 aan het einde van het tweede jaar; de vaste aflossing van € 1.000 en de rente van € 150. 

Slide 17 - Slide

Lineaire lening
Periodieke aflossing = lening/ aantal termijn 

Rente betaal je per periode achteraf, de hoogte van de te betalen rente bereken je in twee stappen:
  1. Schuldrest begin jaar n = lening - (n-1) x aflossing 
  2. Te betalen rente = rentepercentage x schuldrest 

Slide 18 - Slide

Maken 3.28 
Antwoorden bespreken over 12 minuten
Eerder klaar? Maak 3.29


timer
12:00

Slide 19 - Slide