3E Taaltaak Anzeige persoon/casus 25, 29 jan 1, 3 feb + toets 5feb

Montag 25. Januar
Wir besprechen die Casus aufgabe vom Fußballverein
Wir besprechen die Personbeschreibung

5. Februar toets Anzeige erstatten
1 / 38
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Montag 25. Januar
Wir besprechen die Casus aufgabe vom Fußballverein
Wir besprechen die Personbeschreibung

5. Februar toets Anzeige erstatten

Slide 1 - Slide

Wie heeft het nog niet ingeleverd?
Niels
Daniëlle
Esja
Dannick
Kars
Milan
Daan --> er staat geen document
Jochem
Lisa
Jordy
Feedback heb ik bij iedereen neergezet. Wat viel mij op?

Slide 2 - Slide

Wat viel mij op?
Kann ich du helfen? --> Kann ich Sie helfen
/ Kann ich dir helfen
Was ist gebeurt?
--> passiert. Was ist passiert?
Er hast ein staart in  --> zoek echt de woorden in de lijst op. 
Ich kom aangifte doen
--> Ich komme Anzeige erstatten


Raïsa + Jet +Laura + Jasmijn + Nikita mooie voorbeelden

Slide 3 - Slide

Wat viel mij op?
Dir träge eine jeans
Dir habe braune auchen
Deine Täter trägt eine rote Jeans
Er hast eine rote Hauche 

Er ontbreekt vaak het woordje gestreept of met strepen

Slide 4 - Slide

Mooie voorbeelden + Voorbereiding op de toets
Raïsa + Jet +Laura + Jasmijn + Nikita 
Werk secuurder
Leer de woordjeslijst

Vrijdag 5 februari toets

Slide 5 - Slide

Nieuwe opdracht
Casusbeschrijving 2 --> in teams
Inleveren woensdag 27 januari

Woensdag geen les

Slide 6 - Slide

Freitag 29. Januar
Zu tun
Übersicht Hausaufgaben
Besprechen Personenbeschreibung --> schöne Beispiele
Wiederholung grammatic
Kleiner Quiz
Nieuwe Hausaufgaben

Slide 7 - Slide

NIet ingeleverd (update naar mentoren en ouders)

Niels  alle 3 opdr 
Kars 2. opdr niet ingeleverd
Milan nog 1 --> je bent er bijna :)
Jochem vanaf 11 januari niets

Complimenten + opmerkingen

Daniëlle --> alles ingeleverd (zie feedback)
Dannick --> zie feedback


Slide 8 - Slide

persoonbeschrijving
Esmee Bijland
Daniëlle
Jesse
Lisa
Jennifer
Daan



Slide 9 - Slide

Erklärung grammatic
Welke twee werkwoorden gebruiken we bij dit thema?

Slide 10 - Slide

aanhebben

ik heb 
jij hebt
hij/ zij/ het heeft aan
wij hebben
jullie hebben
u heeft/ zij hebben
anhaben

ich habe
du hast
 er/sie/es hat an
wir haben
ihr habt
Sie/sie haben

Slide 11 - Slide

dragen

ik draag
jij draagt
hij/ zij/ het draagt
wij dragen
jullie dragen
u heeft/ zij dragen
tragen

ich trage
du trägst
 er/sie/es trägt
wir tragen
ihr tragt
Sie/sie tragen

Slide 12 - Slide

Vertaal
Hij draagt een blauwe broek.

Slide 13 - Open question

Vertaal
Hij heeft zwarte sportschoenen aan.

Slide 14 - Open question

Sie ist eine Frau, mit schwarzen Haaren und schwarzen Augen. Sie trägt eine gelbe Jacke mit einem weißen T-Shirt und blauen Streifenmuster. Sie hat eine Jeans an mit Löcher und braunen Pumps
Er ist ein Mann, er hat braune Haare und grünen Augen. Er trägt einen roten Pullover und eine braune Jacke mit einem Bundkragen. Er hat eine armeegrüne Hose mit Hosetasche an. Er trägt braune Schuhe mit weißen Sohlen. Er trägt eine Uhr.
Sie ist eine Frau, sie hat blonde Haare und blaue Augen. Sie trägt eine weiße Bluse mit schwarzer Jeans. Sie hat schwarze pumps und hat eine große schwarze Handtasche.

Slide 15 - Drag question

Vertaal volgende beschrijvingen
Sie ist eine Frau, sie hat blonde Haare und blaue Augen. Sie trägt eine weiße Bluse mit schwarzem Jeans. Sie hat schwarze pumps und hat eine große schwarze Handtasche.

Slide 16 - Open question

Er ist ein kleiner Junge. Er hat braune Haare. Er trägt eine blaue Mütze und eine blaue Sonnebrille. Er trägt eine schwarze Lederjacke und eine graue Hose. Auch trägt er blaue Haaieschuhe.

Slide 17 - Open question

Casusbeschrijving 3
Voorbeeld van de toets

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Denk aan de opdracht van vandaag: deze heet casusbeschrijving 2

Voor a.s maandag inleveren:
Casusbeschrijving 3
leren woordenlijst

Slide 19 - Slide

1. Februar
Zu tun:
Hausaufgaben übersicht
Casusbeschrijving 2 uitgebreid beschrijven + feedback en mooie voorbeelden
Üben mit Sätze (zinnen) und Wörter

Slide 20 - Slide

alle opdrachten nog niet ingeleverd
 Nu niets ontvangen(gaat een mail uit naar je ouders).

Niels --> afgelopen vrijdag gaf je aan, ik ga het maken.
Jochem --> heb je mijn teamschatberichten gezien?




Slide 21 - Slide

2 opdrachten nog niet ingeleverd
Raïsa: casusbeschrijving 2 en de uitgebreide persoonbeschrijving (woensdag niet af = mail naar ouders)
Milan: casusbeschrijving 2 en uitgebreide persoonbeschrijving. (woensdag niet af = mail naar ouders)

Slide 22 - Slide

1 opdracht niet ingeleverd
Joëlle: casusbeschrijving 2
Jordy: uitgebreide persoonsbeschrijving

Slide 23 - Slide

verbeteringen
identiteitsbewijs = Personalausweis
op zaterdagmiddag = Am Samstagmittag
Beschrijven = beschreiben

Slide 24 - Slide

verbeteringen
1. aangifte doen = Anzeige erstatten
5. hoe laat is het gebeurd? = Wie spät ist es passiert?
6. Was er een ooggetuige? = Wer hat es gesehen of. Gab es ein Augenzeuge
Dein Mann hast ein Pullie an
er habe
er tragen

Slide 25 - Slide

mooie voorbeelden
Esmee
Laura
Daniëlle
Jasmijn kort maar krachtig (mooie korte zinnen)
Lisa -> mooie daderbeschrijving


Slide 26 - Slide

Uitwerking
1. Was kann ich für Sie tun? Ich komme Anzeige erstatten.
2. Haben Sie einen Personalausweis? Ja, den habe ich.
3. Was ist passiert?  Mein Geldbörse/Geldtasche ist beim Fußballverein gestohlen.
4. Wann ist es passiert?  Samstagmittag am 9. Noveber
5. Wie spät ist es passiert? um 1 Uhr.
6. Wer hat das gesehen?  Die Frau von dem Fußballkantine.

Slide 27 - Slide

Uitwerking
7.  Können Sie den Täter beschreiben? Ja, das kann ich.
8. Füllen Sie dieses Formular aus. Ja das mache ich.

Slide 28 - Slide

üben
Wir wiederholen die Sätze
Wir wiederhalen die W-FRage

Slide 29 - Slide

Wann
Wer
Was
Wie
Wo
Wie
Wat
Waar
Wanneer
Hoe

Slide 30 - Drag question

Vertaal naar het Duits
Kan ik u helpen?

Slide 31 - Open question

Vertaal naar het Duits
Ja, ik kom aangifte doen.

Slide 32 - Open question

Vertaal naar het Duits
Wat is er gebeurd?

Slide 33 - Open question

Vertaal naar het Duits
Mijn tas is gestolen.

Slide 34 - Open question

Vertaal naar het Duits
Waar is het gebeurd?

Slide 35 - Open question

Huiswerk 3. Februar
Via Forms: de link staat in de chat en in Magister.
Je krijgt een bedank e-mail op  het moment dat hij goed ingeleverd is.
Bereid vragen voor, voor a.s woensdag.

Slide 36 - Slide

VErtaal naar het Duits.
In de kantine van de basketbalvereniging

Slide 37 - Open question

3. Februar
Bespreken oefentoets + casusbeschrijving 3
Aan de slag met laatste oefening + bespreken ( 20 minuten)
Vragen?

Postermensen --> denk aan de inleverdatum 19 februari uiterlijk!

Slide 38 - Slide