1.2. China: van kopiëren naar innoveren

1 / 49
next
Slide 1: Slide
aardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 49 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Week 3 Les 1

Planning:
Wat kijken we na?
Video + vragen
Uitleg SEZ
HW nakijken
Huiswerk: Maken blz 8 opdr 1 t/m 3

Slide 3 - Slide

Startopdracht
Beantwoordt individueel de volgende vragen in je schrift:
  • Welke bestuursvorm heeft Nederland?
  • Welke bestuursvorm heeft China?
  • Wat is het grote verschil?
Klaar?
  • Bespreek jouw antwoord met je buur!
Tijd: 2 minuten!
timer
2:00

Slide 4 - Slide

Welke opdracht moeten we nabespreken?
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3

Slide 5 - Poll

Nakijken
Werkboek op tafel bladzijde 8

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Video opdracht
Beantwoordt individueel de volgende vragen in je schrift:
  • Wat is een voordeel van de bestuursvorm in China?
  • Wat is een nadeel van de bestuursvorm in China?
Klaar?
  • Bespreek jouw antwoord met je buur op fluistertoon.
Tijd: 2 minuten!
timer
2:00

Slide 8 - Slide

Communisme
  • Alle macht bij de CCP(eenpartijstelsel).
  • Alle bedrijven van de staat.
  • Overheid bepaalt productie.
  • Propaganda om publieke opinie te beïnvloeden.

Slide 9 - Slide

Tot 1980
  • Bedrijven in handen van staat.
  • Geen vrijheid.
  • Westerse cultuur verboden.
  • Bevolking arm en afgesloten van de wereld.

Slide 10 - Slide

Na 1980
  • Nog steeds eenpartijstelsel.
  • Internationale bedrijven welkom in speciale zones.
  • Meer surveillance op mensen.
  • Westerse social media verboden.
  • Chinese (tech) bedrijven top van de wereld.

Slide 11 - Slide

Opendeurpolitiek
  • Deng Xiaoping
  • Speciale economische zones (SEZ).
  1. Buitenlandse bedrijven mogen er vestigen.
  2. Weinig belasting.
  3. Weinig milieuregels.
  4. Lage lonen.


Slide 12 - Slide

Shenzhen
  • Eerste SEZ (1979).
  1. Klein vissersdorp naar megastad.
  2. Eenvoudige arbeidsintensieve producten.
  3. Vestiging grote multinationale ondernemingen(mno's).


Slide 13 - Slide

Fabriek van de wereld
  • Industrie groeit in Parelrivierdelta
  • Miljoenen arbeidsmigranten.
  • Slechte werkomstandigheden:
  1. Lange werktijden.
  2. Hoge werkdruk.
  3. Lage lonen.
  4. Ongezonde werkomgeving.

Slide 14 - Slide

Week 1 Les 2

Planning:
Startopdracht
Uitleg basisboek
Huiswerk maken

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Startopdracht
Beantwoordt individueel de volgende vraag in je schrift:
  • Wat is er economisch in China veranderd?
Klaar?
  • Bespreek jouw antwoord met je buur!
Tijd: 2 minuten!
timer
2:00

Slide 17 - Slide

Ontwikkelings
kenmerken
Welvaart
  • Een hoog BNP(per capita).
Welzijn
  • Goede (toegang tot) gezondheidszorg.
Bevolkingsgroei
  • Lage bevolkingsgroei of -afname.
Urbanisatiegraad
  • Hoog percentage inwoners dat in "de stad" woont.

Slide 18 - Slide

Waarom daar?
  • Vlakbij Hongkong:
  1. Grote internationale haven.
  2. Britse kolonie.
  3. Hoogontwikkeld.

Slide 19 - Slide

Global cities
  • = Wereldstad/metropool.
  • Een stad met heel veel invloed op de rest van de wereld.

Slide 20 - Slide

Internationale arbeidsverdeling
  • = De verdeling van het werk over verschillende landen.
  • Fase 1: Ontwerpen (Onderzoek en ontwikkeling).Hoofdkantoren.
  • Fase 2: Productie in fabrieken. 
  • Fase 3: Vervoer en verkoop.

Slide 21 - Slide

Startopdracht
Beantwoordt individueel de volgende vraag in je schrift:
  • Wat zijn kenmerken van economische ontwikkeling?
Klaar?
  • Bespreek jouw antwoord met je buur!
Tijd: 2 minuten!
timer
2:00

Slide 22 - Slide

Newly Industrializing Countries (NIC)
Kenmerken:
  1. Lage lonen.
  2. Grote buitenlandse investeringen. 
  3. Exportgericht.
  4. Arbeidsintensieve industrie.

Slide 23 - Slide

Startopdracht
Internationale arbeidsverdeling B260
  • Fase 1: Ontwerpen (Onderzoek en ontwikkeling). Hoofdkantoren.
  • Fase 2: Productie in fabrieken. 
  • Fase 3: Vervoer en verkoop.

Welke fase hoort bij welk getal in de afbeelding?

Deel de landen in: Ontwikkelingsland, ontwikkelend land, ontwikkeld land

Slide 24 - Slide

Week 2 Les 1

Planning:
Startopdracht
Opdracht stedelijke groei
Nakijken


Slide 25 - Slide

Startopdracht
Maak de opdracht individueel.
Stilte.
Gebruik de kenmerken van de NIC-landen.
  • Maak een netwerk van lijnen tussen de begrippen
  • Schrijf bij elke lijn een verklaring. Hoe heeft het ene kenmerk met het andere te maken?
  • Alle kenmerken zijn verbonden!

Slide 26 - Slide

Opdracht
Bekijk de afbeelding. Er zijn 8 landen te zien op de afbeelding. Probeer met een argument uit de afbeelding te beargumenteren of deze landen horen tot het centrum, de semi-periferie of de periferie.

  • Noteer eerst individueel je antwoord.
  • Vergelijk je antwoord met je buur.
  • Klassikaal nabespreken.

Slide 27 - Slide

Nakijken
Werkboek blz

Slide 28 - Slide

Afsluitingsopdracht
Internationale arbeidsverdeling
  • Fase 1: Ontwerpen (Onderzoek en ontwikkeling).Hoofdkantoren.
  • Fase 2: Productie in fabrieken. 
  • Fase 3: Vervoer en verkoop.

Welke fase hoort bij welk getal in de afbeelding?

Slide 29 - Slide

Week 2 Les 2
Planning:
Opdracht stedelijke groei
Huiswerk:

Slide 30 - Slide

Stedelijke groei
  • Agglomeratie:
  1. Stad die vastgroeit aan dorpen en voorsteden.
  2. Centrale stad heeft meeste mensen, werk en voorzieningen.
  • Stadsgewest:
  1. Centrale stad en bijbehorende steden en dorpen.



Slide 31 - Slide

Stedelijke groei
  • Stedelijk gebied:
  1. Stadsgewesten die aan elkaar vastgroeien.
  2. Bijvoorbeeld Randstad.
  • Megalopolis:
  1. Verschillende stedelijke gebieden aan elkaar gegroeid.



Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Fabriek van de wereld
  • Industrie groeit in Parelrivierdelta
  • Miljoenen arbeidsmigranten.
  • Slechte werkomstandigheden:
  1. Lange werktijden.
  2. Hoge werkdruk.
  3. Lage lonen.
  4. Ongezonde werkomgeving.

Slide 34 - Slide

Opdracht stedelijke groei
  • Pak een basisboek.
  • Ga naar B172 en figuur 7.3 op bladzijde 110 van het basisboek.
  • We lezen de tekst gezamenlijk door.
timer
15:00

Slide 35 - Slide

Opdracht stedelijke groei
  • Stad, agglomeratie, een stadsgewest, een stedelijk gebied en een megalopolis
  • Zet de betekenis van de begrippen onder de tekening
  • Zorg voor een duidelijke legenda bij de tekeningen.
  • Pak je schrift, potloden en een basisboek.
  • Gebruik B172 en figuur 7.3 op bladzijde 110 van het basisboek.
  • Maak een tekening van een stad, een agglomeratie, een stadsgewest, een stedelijk gebied en een megalopolis
timer
15:00

Slide 36 - Slide

  • Megalopolis Guangzhou. 

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide