V3/H3 beknopte bijzin

Donderdag 30 maart
Hoofdstuk 3: beknopte bijzinnen

hoofdstuk 4: foutieve beknopte bijzinnen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Donderdag 30 maart
Hoofdstuk 3: beknopte bijzinnen

hoofdstuk 4: foutieve beknopte bijzinnen

Slide 1 - Slide

Lesdoel 
Aan het einde van deze les weet je wat een beknopte bijzin is en kun je het type en de functie van een beknopte bijzin bepalen. 

Ook kun je foutieve beknopte bijzinnen herkennen en verbeteren. 

Slide 2 - Slide

Theorie - deel 1
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken > verkorte bijzin.

gewone bijzin: Nadat ze de catwalk verlieten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.

beknopte bijzin: Na de catwalk te hebben verlaten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.





Slide 3 - Slide

Theorie - deel 2
  •  Het onderwerp is ‘verzwegen’ --> verzwegen onderwerp kun je afleiden uit de hoofdzin (het is daar het ow, lv of mv).

 Dromend over zijn toekomst (bekn. bz.) viel hij in slaap. 
Verzwegen onderwerp = hij 

Slide 4 - Slide

Theorie - deel 3 - herkennen beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm kan de beknopte bijzin bevatten:

  • een voltooid deelwoord:
 Aangekomen op het vakantieadres meldde mijn vader zich aan de balie.
  • een onvoltooid deelwoord: 
 Naar huis fietsend bedacht Mark zich, keerde om en reed terug.
  •  ‘te + infinitief’: 
 Na zijn kast te hebben leeggehaald vond Tim de shirts die hij zocht.

Slide 5 - Slide

Heeft Aline je uitgelegd, hoe je snel een fietsband kunt plakken?
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 6 - Quiz

Vanmiddag zei de loodgieter dat hij alle kranen had vervangen.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 7 - Quiz

Loerend op haar prooi, sloop de oude leeuwin over de savanne
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 8 - Quiz

Na drie verloren finales eindelijk kampioen geworden, dankte de tennisser zijn ouders en staf.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 9 - Quiz

De hopman waarschuwde zijn scouts op tijd aanwezig te zijn.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 10 - Quiz

Foutieve beknopte bijzinnen
Een beknopte bijzin kan ook fout zijn. Als het weggelaten onderwerp niet gelijk is aan het onderwerp in de bijzijn. 

  1. Je kijkt eerst wel onderwerp is weggelaten.
  2. Kijk of dat hetzelfde onderwerp is in de bijzin.
  3. Bepaal dan of de zin goed of fout is. 

Slide 11 - Slide

Beknopte bijzin: welk onderwerp is weggelaten?
Napratend over de wedstrijd, verlieten de toeschouwers het stadion.
A
de voetballers
B
de toeschouwers
C
het stadion
D
de wedstrijd

Slide 12 - Quiz

Napratend over de wedstrijd, verlieten de toeschouwers het stadion.
Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

Welk onderwerp is weggelaten?

Kletsnat van de regen thuisgekomen, smaakte de warme chocomelk mij wel.
A
de warme chocomelk
B
ik
C
de regen
D
mij

Slide 14 - Quiz

Kletsnat van de regen thuisgekomen, smaakte de warme chocomelk mij wel.

Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quiz

Welk onderwerp is weggelaten?

Wachtend op de bus, kusten zij elkaar.
A
de bus
B
kusten
C
zij
D
elkaar

Slide 16 - Quiz

Wachtend op de bus, kusten zij elkaar.
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quiz

Welk onderwerp is weggelaten?

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
A
koffie
B
de bus
C
de mensen uit de bus
D
verder

Slide 18 - Quiz

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz


Na de koning uitgezwaaid te hebben, vertrok de helikopter.
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Alvorens te tekenen, dient u alle consequenties van uw besluit te overwegen.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz

Luid gillend werd zijn verstandskies getrokken.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quiz

Nu zelf
Maken hoofdstuk 3 blz. 94 opdracht 1

Maken hoofdstuk 3 Formuleren- blz. 98 opdracht 1 en 3

Slide 24 - Slide

Wat is een beknopte bijzin?
Een bijzin zonder....

Slide 25 - Open question

Wanneer is een beknopte bijzin foutief?

Slide 26 - Open question