Spelling werkwoorden

1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe voel je je vanochtend?

Slide 2 - Poll

Welke werkwoorden ken je?

Slide 3 - Mind map

Welke regels horen bij werkwoorden in de tegenwoordige tijd?

Slide 4 - Open question

Welke regels horen bij werkwoorden in de verleden tijd?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Wat zijn signaalwoorden voor de tegenwoordige tijd?

Slide 7 - Mind map

Wat zijn signaalwoorden voor de verleden tijd?

Slide 8 - Mind map

1. Sep _______ (vertellen) nu een verhaal met een grappig stemmetje.

Slide 9 - Open question

2. Floris ________ (wedden) met zijn vader om vuurwerk.

Slide 10 - Open question

3. Myrthe _______ (vinden) het leuk om foto's van Maud te maken.

Slide 11 - Open question

4. ______ (vinden) je wie is de mol ook een leuk programma?

Slide 12 - Open question

5. Tycho ________ (verwachten) gisteren niet dat Xavi de imposter was.

Slide 13 - Open question

6. De leerlingen _______ (besteden) vorige week veel tijd aan het thuiswerk.

Slide 14 - Open question

7. De juf _______ (printen) vanochtend om 08.00 uur de werkbladen uit.

Slide 15 - Open question

8. Esra en Emma _______ (kleuren) voor de kerstvakantie een mooie kleurplaat.

Slide 16 - Open question

Trema
woord
excollega
comite
astmaaanval
privegebruik
financiele
tvgids
ruine
beinvloedbaar

Slide 17 - Drag question

Wanneer gebruik je het koppelteken?

Slide 18 - Open question

Luister naar het dicteewoord van de juf en schrijf het op, benoem de categorie

Slide 19 - Open question

Luister naar het dicteewoord en schrijf het op, benoem de categorie.

Slide 20 - Open question

Luister naar het dicteewoord, schrijf het op en schrijf de categorie erbij.

Slide 21 - Open question

Luister naar de zin, schrijf het op. Denk aan de werkwoordspelling!

Slide 22 - Open question

Wat vond je van deze manier van lesgeven?

Slide 23 - Mind map

Heb je nog tips voor de juffen en meester?

Slide 24 - Open question