This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Introduction
Iedereen heeft vooroordelen. Dat is normaal. Maar waar komen vooroordelen eigenlijk vandaan? Hoe ga je er mee om? Aan de hand van een geanimeerde video krijgen leerlingen en/of studenten uitleg hierover en leren leerlingen en/of studenten die vragen te beantwoorden.
Ook zijn er twee extra video's van jongeren die met elkaar praten over wat vooroordelen met je doen en hoe je ermee om gaat.
Instructions
Tip: Bekijk van tevoren eerst zelf de video en bepaal of het nodig is om de video tijdens de les te pauzeren en toe te lichten.
Als opwarmer zou je met de leerling de afbeelding kunnen analyseren. Wat zou de afbeelding met vooroordelen te maken kunnen hebben?
Bij de nabespreking kun je stilstaan bij de volgende kernwoorden: hokjes denken, snelle oordeel, in- en out groep, wij/zij denken, indelen in groepen, etc.
In deze les gaan we het hebben over vooroordelen.
Wat weet jij er eigenlijk van en hoe ga jij er mee om?
Slide 2 - Slide
Deze slide bevat een korte lesbeschrijving voor de leerling.
Als opwarmer zou je met de leerling de afbeelding kunnen analyseren. Wat zou de afbeelding met vooroordelen te maken kunnen hebben?
Bij de nabespreking kun je stilstaan bij de volgende kernwoorden: hokjes denken, snelle oordeel, in- en out groep, wij/zij denken, indelen in groepen, etc.
Slide 3 - Video
This item has no instructions
Wat weet je over vooroordelen?
Slide 4 - Mind map
Deze interactieve opdracht laat leerlingen individueel nadenken over wat ze al weten over vooroordelen. Op deze manier wordt de voorkennis geactiveerd.
Bespreek kort de woorden. Vraag de leerlingen om woorden uit te leggen en kort toe te lichten.
Slide 5 - Video
This item has no instructions
Vooroordelen:
Dan heb je een mening of idee over iemand, zonder te weten of het eigenlijk klopt.
Vooroordelen zijn gebaseerd op stereotypen.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Stereotypen:
Een stereotype is een uitvergroot beeld van een groep mensen.
Een beeld dat niet meer klopt met de werkelijkheid omdat één eigenschap of een vroegere eigenschap uitvergroot wordt. Alsof elke Engelsman een bolhoed draagt, elke Afrikaan goed danst en elke 60-plusser met een wandelstok loopt.
Stereotypen kunnen positief of negatief zijn, maar ze blinken vooral uit in het overdrijven. Vaak zijn ze gebaseerd op het gedrag of het uitzicht van een paar mensen die plots het beeld gaan bepalen van de hele groep: alsof er geen geëmancipeerde moslima's bestaan, of geen magere Amerikanen.
Onschuldig? Stereotypen kunnen leiden tot vooroordelen en discriminatie.
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Heeft iedereen voordelen?
Ja
Nee
Slide 8 - Poll
Vraag een aantal leerlingen om hun antwoord toe te lichten.
Let op! Er is geen goed of fout.
Directeur MyTalent
1 van de rijksten van de wereld
Burgemeester van Haarlem
Crimineel
Slide 9 - Drag question
This item has no instructions
0
Slide 10 - Video
Bekijk samen de video.
Vergeet niet het geluid aan te zetten!
Een voorbeeld (recent of uit het verleden) waar vooroordelen tot uitsluiting van mensen heeft geleid.
Slide 11 - Slide
Laat de leerlingen de vraag in tweetallen bespreken.
. Hóe kun je ingaan tegen vooroordelen?
. Wat doe je zelf al en wat zou je kunnen doen? . Wie van jullie heeft hier een goed idee over?
Slide 12 - Slide
Bespreek één of meerdere vragen met de leerlingen. De voorbeelden van slide 6 kunnen de leerlingen hierbij helpen.
Wat betekent het voor iemand als er vooroordelen over hem/haar zijn?
Slide 13 - Open question
Leerlingen beantwoorden in tweetallen de vraag.
Doel is dat leerlingen stilstaan bij de negatieve gevolgen van vooroordelen op anderen.
Wat weet je nu
over vooroordelen?
Slide 14 - Mind map
Het leerproces van de leerlingen wordt inzichtelijk gemaakt door deze laatste vraag.
Wat wisten leerlingen eerst (aan het begin van de les) en wat weten ze nu. Wat hebben ze geleerd?
discriminatie
Discriminatie is in de wet verboden. In artikel 1 van de Grondwet staat dat iedereen die zich in Nederland bevindt in gelijke gevallen gelijk moet worden behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, mag niet.