Soms te veel

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

paragraaf 4 bespreken

aan de slag! 

Doelen: 

Je weet welke gebieden van nature grote overstromingsrisico's kennen

Welke gebieden door het ingrijpen van de mens grotere overstromingsrisico's kennen. 

Je begrijpt waarom bepaalde gebieden van nature grotere overstromingsrisico's kennen. 

Risicogebieden

1. Rivier en kustvlaktes. 
2. Gebieden aan de voet van een gebergte met een rotsige ondergrond
3. Gebieden waar het afsmelten van de sneeuw samenvalt met hevige regenval.
4. Gebieden met tropische orkanen.
5. Stroomopwaarts ontbossing
6. Stedelijke bebouwing & verstening

Rivier en kustvlaktes

Vaak bij delta's wonen veel mensen. 

Hier stroomt de rivier of de zee wel eens het gebied over. 

De voet van een gebergte

Noodzakelijk is een rotsige ondergrond. Hier kan de regenval niet gemakkelijk in de bodem trekken. 

Hierdoor komt al het water tegelijk in de rivier, deze kan de piekafvoer niet aan en gaat dus overstromen.

Afsmelten van de sneeuw met hevige regenval

Gebieden waar het regenseizoen samen valt met het afsmelten van de sneeuw in de bergen. 

Kenmerkend hiervoor is India, tijdens de natte moesson smelt ook al de sneeuw in de himalaya. 

Tropische orkanen

Gebieden waar tropische stormen huishouden. 

Deze tropische stormen zorgen voor veel regenval maar ook voor het ophogen van het water in de baai / oceaan door de sterke wind. 

Ontbossing stroomopwaarts 

Wanneer er veel ontbossign plaatsvindt en in datzelfde gebied veel regen valt dan kan het bos niet meer als een "spons" werken en het water opvangen. 

Verstenen van gebieden

Wanneer er veel bebouwing in een gebied is dan "versteend" dit gebied. Hierdoor kan het water niet in de grond trekken, want er ligt een stoep, straat, etc. 

Verdeling van risico's

De eerste 4 gebieden is de natuur vooral de boosdoener. 

De laatste 2 gebieden is vooral de mens de boosdoener. 

Hier zorgt de mens ervoor dat de gebiedskenmerken zoveel veranderen, dat dit een impact heeft op de natuurlijke omgeving en dus ook het overstromingsrisico. 

Aan de slag!

Nakijken van opdrachten 5,6 van paragraaf 3

Maken opdrachten 1 t/m 4 van paragraaf 4. 

Wat gaan we doen?

paragraaf 4 bespreken

aan de slag! 

Doelen: 

Je weet welke gebieden van nature grote overstromingsrisico's kennen

Welke gebieden door het ingrijpen van de mens grotere overstromingsrisico's kennen. 

Je begrijpt waarom bepaalde gebieden van nature grotere overstromingsrisico's kennen. 

Toenemende overstromingen

De overstromingen in de wereld nemen toe, waarom? 

1. Verstening en ontbossing 
2. Opsluiten van rivieren tussen dijken
3. Bodemdaling, oppompen van grondwater
4. Zeespiegelstijging. 

Klimaatverandering

Doordat het klimaat verandert zal de zeespiegel stijgen. 

maar: 

Doordat de neerslag ook anders gaat worden zullen de rivieren ook onvoorspelbaarder worden. 

Maatregelen?

op het korte termijn kunnen we

1. Dijken, dammen en bufferbassins aanleggen.
   
2. Weer in de gaten houden
3. Voorlichting en training
4. Drinkwater en voedsel veilig stellen.

Maatregelen?

Op lange termijn kunnen we:

1. Ruimte voor de rivier maken
2. Verminderen van het versterkte broeikaseffect
3. Vestigingsbeleid voeren.

Maatregelen?

Probleem bij deze maatregelen is dat een rijk land als Nederland dat goed kan uitvoeren. 

maar..

Een land als Bangladesh heeft nu al heel veel problematiek met wateroverlast en kan nauwelijks maatregelen nemen, doordat er te weinig geld is.

Aan de slag!

Nakijken van opdrachten 1 t/m 4 van paragraaf 4. 

Maken van opdrachten 5 t/m 8 van paragraaf 4.