2E Vrijdag 28 oktober oefenles toets

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

GOEDEMORGEN 

Boek, schrift, agenda, pen op tafel.

WAAR WAREN WE?

TOETS IS MAANDAG 1 NOVEMBER

H1.4: Schrijven en formuleren

H1.7 Grammatica

H.1.8 Spelling

Programma

Pizza Maffia lezen                                     

Oefening leestekens           

Stof doornemen voor toets

Kennisquizzz

LESDOEL; NA DE LES WEET JE WAT JE NOG MOET LEREN VOOR DE TOETS!

PIZZA MAFFIA

Lees mee, zorg dat je weet waar we zijn!

Toets: wat moet je kunnen

• Je kent de zinsdelen persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp en je kan zinsdeelstrepen zetten
• Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed schrijven.  
• Je kunt het werkwoordelijk gezegde met een wederkerend werkwoord benoemen 
• Je kunt leestekens en aanhalingstekens gebruiken 
• Je kunt al deze vaardigheden gebruiken om een goede zakelijke brief te schrijven en daarin de alinea’s goed op te bouwen.  

Oefening leestekens H1.8

Voeg leestekens aan het tekstje toe.

Werk stil en zelfstandig, dan leer je het meest.

Voorbereiden quizz

Neem de leerteksten van H1.4, H1,7 en H1.8 nog eens door. 

Maak eventueel samenvattingen in je schrift. 

Wat is het onderwerp van een zin? Het onderwerp van een zin...

1. ... vertelt wat er in de zin gebeurt.
2. ... vertelt wanneer iets in een zin gebeurt.
3. ... vertelt wie iets in doet in de zin.
4. ... vertelt wat iets doet in een zin.

Wat is het onderwerp?

Caro legt het onderwerp uit.

1. Caro
2. legt
3. het onderwerp
4. uit

Wat is het onderwerp?

Mevrouw Toledo en meneer Vriesema leggen het onderwerp uit.

1. Mevrouw Toledo
2. Mevrouw Toledo en meneer Vriesema
3. meneer Vriesema
4. het onderwerp

Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:

1. kinderen
2. vinden
3. persoonsvorm
4. deze

Wat is een persoonsvorm altijd?

1. Lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

1. Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + persoonsvorm
2. Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp
3. Werkwoordelijk gezegde + onderwerp
4. Onderwerp + persoonsvorm + wie/wat

Een zin heeft altijd een lijdend voorwerp.

1. juist
2. onjuist

tt:
Hans (kleden) ...... zich aan.

1. kleedt
2. kleed
3. kleet

Wat is het lijdend voorwerp?

Ik eet elke dag een taartje.

Uitleg lijdend voorwerp

1. Ik
2. eet
3. elke dag een taartje
4. een taartje

Wat is de persoonsvorm?

Het heeft niet zo kunnen zijn.

1. Het
2. zijn
3. kunnen
4. heeft

Wat is het lijdend voorwerp?

Deze klas kan het lijdend voorwerp vinden.

1. Deze klas
2. kan
3. het lijdend voorwerp
4. vinden

Laura | heeft | haar huiswerk | toch | gemaakt.


Wat is het lijdend voorwerp?

1. Laura
2. haar huiswerk
3. toch
4. heeft gemaakt

Wat is een lijdend voorwerp?

1. iets dat nodig is voor de handeling uit de zin
2. iets of iemand die de handeling uitvoert
3. iemand die iets zegt
4. het lijdend voorwerp bestaat niet

1. Kloppen de leestekens?

1. Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
2. Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school.'
3. Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school'
4. Sanne zegt 'Mijn fiets staat nog op school.'

Stappenplan

Plaats de zinsdelen in de juiste volgorde, hoe je een zin moet ontleden.

gezegde

onderwerp

persoonsvorm

zinsdeelstrepen

lijdend voorwerp

Wat is van toepassing op een zakelijke brief?

1. informele taal
2. formele taal
3. persoonlijke taal
4. je- vorm

Alinea's in een zakelijke brief maak je door:

1. Een regel wit.
2. Inspringen.
3. Ophouden in een zin.
4. Alle drie de antwoorden zijn goed.

In de tekst van een zakelijke brief gebruik je geen alinea’s.

1. Waar: je schrijft alles achter elkaar zonder witregels.
2. Niet waar: je gebruikt 3 alinea’s: inleiding , kern en een afsluiting.
3. Niet waar: je gebruikt 2 alinea's: inleiding en kern

Hoe spreek je iemand aan in een zakelijke brief?

1. Met je
2. met u
3. Je en u mag beide
4. Met fakka of mattie

Wat is een goede aanhef voor een zakelijke brief?

1. geachte Mevrouw Blankers
2. Beste Joost
3. Geachte heer Van der Sloot,
4. geachte heer van der Sloot,

Wat is een goede afsluiting voor een zakelijke brief?

1. Groetjes
2. Liefs
3. Met vriendelijke groet,
4. Hoogachtend,

Hij verdedigt zich met zijn vuisten!
Wat is het WG?

TIP!

Bij verplichte wederkerende werkwoorden hoort het wederkerend voornaamwoord bij het WG

Bij toevallig wederkerende werkwoorden niet.

1. verdedigt
2. verdedigt zich

Wat is het wederkerig werkwoord in de volgende zin:

Het voetbalteam herpakte zich in de rust en won de wedstrijd alsnog.

1. het voetbalteam
2. herpakte zich
3. in de rust
4. won de wedstrijd

Is zich schamen een wederkerend werkwoord?

Ze schaamt zich niet voor de rommel in haar kamer

1. Ja
2. Nee

Vorige       week       heeft       Marieke       aan       haar      moeder       een      mooi      cadeau         gegeven.

Verdeel de zin in zinsdelen door op de juiste plekken een zinsdeelstreep te slepen.

Wat is de term voor alle leestekens?

1. punctualiteit
2. interpellatie
3. interpunctie

In de inleiding van de zakelijke brief..

1. Stel je jezelf voor.
2. Leg je uit wat het probleem is.
3. Bedank je alvast voor de reactie.
4. Geef je informatie.

De eerste stap bij het zetten van zinsdeelstrepen is

1. Alles voor de pv is één zinsdeel
2. Alles wat voor de pv kan staan is één zinsdeel
3. Zoek de pv

De tweede stap bij het zetten van zinsdeelstrepen is

1. Alles voor de pv is één zinsdeel
2. Alles wat voor de pv kan staan is één zinsdeel
3. Zoek de pv

De derde stap bij het zetten van zinsdeelstrepen is

1. Alles voor de pv is één zinsdeel
2. Alles wat voor de pv kan staan is één zinsdeel
3. Zoek de pv

Welke van de onderstaande zinnen hoort niet in een zakelijke brief?

1. Met vriendelijke groet,
2. Graag wil ik informeren of ik me nog kan inschrijven.
3. Ik hoop gauw een reactie te ontvangen.
4. Ik ben blij dat je wat vrolijker bent nu.

In de kern van een zakelijke brief zet je...

1. Het onderwerp, heel kort
2. waarom je de e mail schrijft
3. wat je wil weten of informatie die je wil geven.
4. jouw naam en adres

Doe de zinsdeelproef. Staan de zinsdeelstrepen correct?

De mentor / herkent / de leerlingen van de brugklas / meteen.

1. ja
2. nee

Hoe eindig je een zakelijke brief?

1. Met vriendelijke groet,
2. Groetjes

TOETS GAAT MAKKELIJK LUKKEN

😒🙁😐🙂😃

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?