- geeft je een globaal overzicht van de stof van H1, H5 en H6
- geeft je een overzicht van soorten rekenopgaven bij deze leerstof
Slide 2 - Slide
alléén voor gassen
H1 Chemisch rekenen
Slide 3 - Slide
LET OP: Welke tabellen mag je gebruiken bij rekenen aan gassen bij 298K?
Binas 12 dichtheid gassen
T = 273 K
niet bruikbaar
Binas 40 dichtheid
T = 298 K
wel bruikbaar voor elementen(g)
Binas 7
Vm = 24,5 L/mol
T = 298 K
Slide 4 - Slide
H4.4 Molariteit
= concentratie van een stof in
mol per Liter
notatie:
[C12H22O11] = 0,58 mol / L
[C12H22O11] = 0,58 mol L-1
[C12H22O11] = 0,58 M
Slide 5 - Slide
M = molaire massa (g/mol) gebruik je om de hoeveelheid van één stof om te rekenen gram < -- > mol
Deze M is een grootheid, dezeM staat altijd vóór het getal:
M = 18,016 g/mol
M van molariteit = mol/L
gebruik je om de concentratie van een oplossing weer te geven in mol/L
Deze M is een eenheid, deze M staat altijd achter een getal:
[A] = 0,15 M
Let op de betekenis van de letter M:
Slide 6 - Slide
H5.2 Reactie energie berekenen
Slide 7 - Slide
blz 75 figuur 2
STREEP DOOR!!!
NIET leren, NIET gebruiken
(want je gaat het verwarren met de energiediagrammen die je moet tekenen op toetsen!!)
Slide 8 - Slide
dE = Eeind - Ebegin
met behulp van vormingsenergie Binas 57:
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
H5.3 Reactiesnelheid berekenen wordt op verschillende manieren gevraagd. Manier 1:
gegeven in opgave : t1 en t2
wat moet jij doen: dA berekenen door in de grafiek op t1 en t2 de concentratie A1 en A2 af te lezen. Noteer deze aflezingen in de juiste significantie in je uitwerking vóórdat je dA uitrekent!!
t1 t2
A2 = ?
A1 = ?
Slide 11 - Slide
let op: HIER is de reactie al gestopt!
H5.3 Reactiesnelheid berekenen wordt op verschillende manieren gevraagd. Manier 2:
gegeven in opgave : grafiek, bereken gemiddelde snelheid gehele reactie
wat moet jij doen: in grafiek het punt aflezen (t,A) in juiste significantie waar de reactie is gestopt. Dit is NIET aan het eind van de tijd-as, maar het tijdstip waarop de maximale concentratie is bereikt. Noteer de aflezing!!
A = ?
t = ?
Slide 12 - Slide
H5.4 reactiesnelheid
verklaren met botsende deeltjes model
verklaren met Eact en weergeven in Ediagram
Slide 13 - Slide
H6 Chemisch Evenwicht
Chemisch evenwicht is een dynamisch evenwicht
Het betekent dat er een omkeerbare reactie
plaatsvindt in een gesloten systeem
Als er evenwicht is, dan:
- verlopen beide reacties met dezelfde snelheid :
- blijft de concentratie van de stoffen constant :
Slide 14 - Slide
Evenwicht of niet?
Om te weten of er evenwicht is, moet je weten of de concentraties van de beginstoffen en reactieproducten nog veranderen of niet
Een hulpmiddel om dit te bepalen is
de concentratiebreuk
Slide 15 - Slide
- reactieproducnten in de teller, beginstoffen in de noemer
- alleen stoffen (g) en (aq)
- coëfficiënt uit reactievergelijking wordt exponent in concentratiebreuk
Slide 16 - Slide
evenwichtsconstante
(alleen afhankelijk van T)
K
concentratiebreuk =
CB =
Slide 17 - Slide
beginstof 1
beginstof 2
product
Begin
.... mol
.... mol
0 mol
Omzetting
Eind
... mol
Molariteit
Voor het rekenen aan evenwichten gebruik je het BOEM-schema:
gegeven: hoeveelheid beginstoffen (mol) en hoeveelheid van één van de reactieproducten (mol), volume
bekend: aan het begin van de reactie is er nog géén reactieproduct (0 mol)
gevraagd: - heeft het evenwicht zich ingesteld (CB = K?)
óf - bereken de waarde van K
Slide 18 - Slide
Voorbeeld
In een reactievat van 5,0 L wordt 0,60 mol N2 en 1,60 mol H2 samengevoegd. Als het evenwicht is bereikt, is de concentratie NH3 0,12 mol/L. Bereken de waarde van K.
ZO DOE JE DAT:
1. vul gegeven hoeveelheid stof in bij Begin (mol)
2. vul gegeven hoeveelheid product in bij Eind (mol) en bereken hoeveel mol product is Omgezet
3. Gebruik de molverhouding uit de reactievergelijking om te bereken hoeveel beginstof is Omgezet en bereken hoeveel er aan het Eind over is gebleven
4. bereken de Molariteit door te delen door het volume
5. vul de evenwichtsvoorwaarde in en bereken K
N2 (g) + 3H2 (g) < = > 2 NH3 (g)
N2 (g)
1 mol :
H2 (g)
3 mol :
NH3(g)
2 mol
Begin
0, 60 mol
1,60 mol
0 mol
Omzetting
-0,60 / 2 =
- 0,30 mol
- 0,60 / 2 x 3 = -0,90 mol
+ 0,60 mol
Eind:
mol
0,30 mol
0,70 mol
in 5,0 L:
5x0,12 = 0,60 mol
Molariteit
mol / L
0,30 mol in 5 L = 0,060 M
0,70 mol in 5 L = 0,14 M
0,12 mol / L
antwoord:
(0,12)2 / (0,060 x (0,14)3) = 87
Slide 19 - Slide
H6.4 Evenwichten verstoren: de ligging van het evenwicht verschuift
Als het evenwicht zich heeft ingesteld, dan veranderen de concentraties van de stoffen niet meer. Als er méér beginstof is dan reactieproduct, dan ligt het evenwicht links.
Als er meer reactieproduct is dan beginstof, dan ligt het evenwicht rechts.
Slide 20 - Slide
Waarom raakt een evenwicht verstoord?
- Door volume- en concentratieverandering verandert de waarde van de concentratiebreuk
- Door temperatuurverandering verandert de waarde van K
De waarde van de concentratiebreuk moet in ALLE gevallen weer gelijk worden aan K (bij dT: aan de nieuwe waarde van K)
Om de waarde van de concentratiebreuk gelijk te laten worden aan de (nieuwe) waarde van K, moet beginstof worden omgezet in reactieproduct óf andersom, dus het evenwicht verschuift (naar rechts of naar links)
Slide 21 - Slide
Zo verschuift het evenwicht bij veranderingen:
1. concentratie
- stof toevoegen voor de pijl = evenwicht schuift naar rechts
- stof toevoegen na de pijl = evenwicht schuift naar links
je zegt ook wel: "het evenwicht werkt zijn verstoring tegen"
2. volume / druk
- verkleinen V = verhogen p = evenwicht verschuift naar kant met minste deeltjes
- vergroten V = verlagen p = evenwicht verschuift naar kant met meeste deeltjes
3. temperatuur
- temperatuur verhogen = evenwicht verschuift naar endotherme kant
- temperatuur verlagen = evenwicht verschuift naar exotherme kant
In Binas tabel 51 vindt je de waarde van K bij verschillende temperaturen