Ik ben in heel veel vakken goed,
bijvoorbeeld in NaSk.
(het voorbeeld is NaSk)
Je lacht wel lief, maar je bent echt gemeen.
(de tegenstelling is lief-gemeen)
Lokaal 802 is vaak koud en daarom vind ik het niet fijn.
(de oorzaak is de kou, het gevolg is het niet fijn vinden)
Ten eerste heb ik geen zin. Daarnaast kan ik dan niet.
(de opsomming is: ik heb geen zin, ik kan niet)