Les 1 De kansdefinitie

Les 1 en 2 De kansdefinitie en binomiale kansen

1 / 11

Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 1 en 2 De kansdefinitie en binomiale kansen

Slide 1 - Slide

In deze les

De kansdefinitie

Notatie met de stochast

Kansverdeling

Slide 2 - Slide

Kansdefinitie van Laplace

4 Vwo

§6.1 Theorie A

aantal gunstige uitkomsten

aantal mogelijke uitkomsten

P(G) =

______________________________

kansdefinitie van Laplace

Slide 3 - Slide

Kansverdeling

Stochast = toevalsvariabele

Een vaas bevat 12 knikkers waaronder 4 rode. Je trekt 3 knikkers uit deze vaas. X = het aantal rode knikkers dat je pakt. Stel de kansverdeling op van X.

Slide 4 - Slide

Binomiaal kansexperiment

Slide 5 - Slide

De verwachtingswaarde van een dobbelsteen

x

P (X = x)

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 6 - Slide

De verwachtingswaarde van een dobbelsteen

x

P (X = x)

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

E (X) = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} \cdot 1 + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} \cdot 2 + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} \cdot 3 + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} \cdot 4 + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} \cdot 5 + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} \cdot 6 = 3, 5

Slide 7 - Slide

De verwachtingswaarde van een dobbelsteen

Het wordt pas interessant bij ongelijke kansen!

x

P (X = x)

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 8 - Slide

Rekenen met verwachtingswaarde

Je gooit met een dobbelsteen. Deelname kost 1 euro. Gooi je een 6 dan win je 5 euro.

Wat is de verwachte winst (W) per spel?

Slide 9 - Slide

Je gooit met een dobbelsteen. Deelname kost 1 euro. Gooi je een 6 dan win je 5 euro.

Wat is de winst (W) per spel?

W is een kansvariabele, welke uitkomsten zijn mogelijk?

W = -1 of W = 4.

Slide 10 - Slide

W is een kansvariabele, welke uitkomsten zijn mogelijk?

W = -1 of W = 4.

P(W = -1) = ?

Slide 11 - Slide

Les 1 De kansdefinitie

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

More lessons like this

H9 Kansverdelingen

les 2 H9 5wisA

H9 5wisA G&R les 3

Kansen

6 apr - §6.3: Vaasmodel en de productregel

A4A §7-6

16 mrt - 4V - §6.1: Kansen

H3.1 Het kansbegrip