Straling en Medische Beeldvorming

Straling en Medische Beeldvorming

Leerdoelen

Aan het einde van de les zul je kennis hebben over verschillende soorten straling, doordringend vermogen, het verschil tussen bestraling en besmetting en het gebruik van straling bij medische beeldvorming.

Introduceer de leerdoelen van de les.

Wat weet je al over straling en atoombouw?

Wat is straling?

Straling is een vorm van energie die zich voortbeweegt door de ruimte.

Start met een definitie van straling.

Soorten straling

Er zijn drie soorten straling: alfa, bèta en gamma.

Presenteer de drie soorten straling.

Alfastraling

Alfastraling is een deeltjesstraal en bestaat uit heliumkernen.

Beschrijf wat alfastraling is en wat het inhoudt.

Bètastraling

Bètastraling is een deeltjesstraal en bestaat uit elektronen of positronen.

Beschrijf wat bètastraling is en wat het inhoudt.

Gammstraling

Gammstraling is een elektromagnetische straling met een hoge frequentie.

Beschrijf wat gammstraling is en wat het inhoudt.

Doordringend vermogen

Doordringend vermogen is de mate waarin straling door materialen kan dringen.

Leg uit wat doordringend vermogen is.

Besmetting vs bestraling

Besmetting is wanneer radioactief materiaal op het lichaam terechtkomt, terwijl bestraling is wanneer straling door het lichaam gaat.

Leg het verschil uit tussen besmetting en bestraling.

Gebruik van straling in medische beeldvorming

Straling kan worden gebruikt om afbeeldingen van het inwendige van het lichaam te maken, bijvoorbeeld bij röntgenfoto's.

Licht toe hoe straling wordt gebruikt bij medische beeldvorming.

Röntgenfoto's

Röntgenfoto's zijn foto's die worden gemaakt door middel van röntgenstraling.

Beschrijf hoe röntgenfoto's werken en hoe ze worden gebruikt bij medische beeldvorming.

CT-scans

CT-scans zijn afbeeldingen die worden gemaakt door middel van röntgenstraling en computerbewerkingen.

Beschrijf hoe CT-scans werken en hoe ze worden gebruikt bij medische beeldvorming.

MRI-scans

MRI-scans maken gebruik van magnetische velden en radiogolven om afbeeldingen te maken.

Leg uit hoe MRI-scans werken en hoe ze worden gebruikt bij medische beeldvorming.

PET-scans

PET-scans maken gebruik van radioactieve stoffen om afbeeldingen te maken.

Beschrijf hoe PET-scans werken en hoe ze worden gebruikt bij medische beeldvorming.

Straling en gezondheid

Straling kan schadelijk zijn voor de gezondheid, daarom moeten er voorzorgsmaatregelen worden genomen bij het gebruik van straling.

Leg uit waarom straling schadelijk kan zijn voor de gezondheid en hoe er voorzorgsmaatregelen worden genomen.

Samenvatting

We hebben geleerd over verschillende soorten straling, doordringend vermogen, het verschil tussen bestraling en besmetting, en het gebruik van straling bij medische beeldvorming.

Vat de belangrijkste punten van de les samen.

Vragen

Zijn er vragen over de les en de onderwerpen die we hebben besproken?

Geef de studenten de mogelijkheid om vragen te stellen.

Oefening

Maak een mindmap van alle onderwerpen die we hebben besproken.

Laat de studenten een mindmap maken om hun begrip van de les te testen.

Quiz

Test je kennis met deze quiz over straling en medische beeldvorming.

Geef de studenten een quiz om hun begrip van de les te testen.

Reflectie

Schrijf in je notitieboekje wat je hebt geleerd en wat je nog wilt weten over straling en medische beeldvorming.

Laat de studenten reflecteren op wat ze hebben geleerd en wat ze nog willen weten.

Einde les

Bedankt voor je aandacht en tot de volgende les!

Rond de les af en bedank de studenten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.