This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Tijdvak 3: de tijd van Monnikken en ridders
5.4 De opkomst van de Islam
Slide 1 - Slide
In deze paragraaf leer je:
Hoe de islamontstond.
Hoe het Arabische rijk ontstond.
Hoe de cultuur en de samenleving in de Arabische wereld zich ontwikkelden.
Hoe de Arabische wetenschap en kunst zich ontwikkelen.
Slide 2 - Slide
1. Boeren verloren een deel van hun vrijheid.
4. Boeren zochten zekerheid en bescherming bij machtige heren.
3. Er ontstond onzekerheid en onveiligheid
2. In West-Europa ontstond een landbouwsamenleving in plaats van een landbouwstedelijke samenleving.
1. Volksverhuizingen vonden plaats.
Slide 3 - Drag question
Welke twee standen zie je op afbeelding? Leg je antwoord uit.
Slide 4 - Open question
Welke stand zie je niet op de afbeelding? Leg je antwoord uit.
Slide 5 - Open question
Sleep de tekst naar het juiste plaatje.
De heer
De horige
Geeft landbouwgrond en bescherming.
Geeft een deel van oogst en doet herendiensten.
Slide 6 - Drag question
Sleep de kenmerken naar de juiste standen
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
De geestelijken
De adel
De boeren
Moest vechten
Moest werken
Moest bidden
Slide 7 - Drag question
De profeet Mohammed
Boodschappen van God (Allah)
Er is maar één God -> Monotheïsme
Nieuwe godsdienst -> Islam
boodschappen van Mohammed worden opgeschreven in de Koran
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Veel goden
In de zesde eeuw waren de Arabieren polytheïstisch In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad
Slide 10 - Slide
Op de vlucht
Inwoners van Mekka hebben een polytheïstische godsdienst.
Zij werken Mohammed tegen waardoor hij moet vluchten.
Met deze verhuizing van Mekka naar Medina begint de islamitische jaartelling in 622
Slide 11 - Slide
Terug naar Mekka
630
Met zijn moslims ging Mohammed terug naar Mekka Er werd gevochten en Mohammed won Veel bewoners van Mekka werden toen moslim Bij de Ka’aba mochten mensen alleen nog tot Allah bidden
Om de stad te bevrijden van het verkeerde geloof
Slide 12 - Slide
Veroveringen
Na de dood van Mohammed kwam de geestelijke en politieke macht in handen van kaliefen(opvolgers).
Zij besloten het kalifaat (islamitsiche rijk) door verovering uit te breiden.
Zo'n veroveringsoorlog wordt een jihad genoemd, een heilige strijd.
De moslims breidden het Arabische rijk razendsnel uit.
De Arabische heersers waren meestal tolerant tegenover joden en christenen omdat zij in dezelfde god geloofden als moslims.
Joden en christenen moesten wel extra belasting betalen aan de moslimheersers.
In de tijd van Mohammed betekende het begrip jihad de innerlijke strijd om een goed moslim te zijn én de strijd om de islam te verdedigen. Later kreeg het ook de betekenis van de plicht van moslims om hun godsdienst te verspreiden.
De verspreiding van de islam.
Slide 13 - Slide
Wetenschap en kunst
In de Arabische wereld bloeide de wetenschap.
Er werden veel teksten uit de oudheid van het Grieks naar het Arabisch vertaald.
Zo bleef veel kennis uit de klassieke oudheid bewaard.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
vasten
(ramadan)
رمضان
pelgrimstocht
(hadj)
الحجّ
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Maak de juiste combinaties
Heilig boek voor moslims
Stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
De god van de moslims
Stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte