Woordenschat 1

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesindeling
Woordenschat h3: opdracht 1
Bespreken en uitleg
Woordenschat h3: opdracht 2 en 3
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Woordenschat H3
Maak opdracht 1 op blz 109

Klaar? Theorie lezen

Slide 3 - Slide

Opdracht 1
1. voor de duizendste keer
2. afvloeien
3. een mazzeltje

Slide 4 - Slide

Hyperbool
Overdrijving

Slide 5 - Slide

Understatement
Afzwakking

Slide 6 - Slide

Eufemisme
een (pijnlijke) situatie verzachten of om te voorkomen dat je iemand kwetst


Verschil met understatement? 

Slide 7 - Slide

Woordenschat H3
Opdracht 2 en 3 maken

Hoe pak je opdracht 3 aan?

Slide 8 - Slide

De verdediger schoot de strafschop huizenhoog weg
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 9 - Quiz

Die poolreizigers zullen het wel frisjes hebben.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 10 - Quiz

Hij rende de benen uit zijn lijf om de bus te halen.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 11 - Quiz

Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten inslapen.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide