H12 Arbozorg

1 / 48
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Arbowet

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Wat is GEEN doel van de Arbowet
A
Het bevorderen van veiligheid
B
Het bevorderen van gezondheid
C
Het bevorderen van welvaart
D
Het bevorderen van welzijn

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De Arbowet verplicht werknemers voorzichtig en zorgvuldig te werken om gevaren te vermijden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Personeel niet betrekken bij de besluitvorming op het gebied van arbeidsomstandigheden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Wat is een arbodienst?
A
Instelling die jou begeleidt &ondersteunt
B
Instelling die de arbodienst controleerd
C
bij de uitvoering van de Arbowet

Slide 11 - Quiz

Wat is de hoofdstaak van de Inspectie SZW?
A
Erop toezien dat werkgevers en
B
Ministerie van Sociale Zaken en
C
werknemers zich houden aan regels
D
Werkgelegenheid maken de regels

Slide 12 - Quiz

De Inspectie SZW is een ander woord voor de Arbeidsinspectie.
A
Juist
B
Onjuisr

Slide 13 - Quiz

Arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim hebben met elkaar te maken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Verzuimbeleid is opgenomen in de Arbowet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

12.2 Arboverplichtingen werkgever

Slide 16 - Slide

Artikel 3
Dit artikel verlangt een arbobeleid van de werkgever. Voor dit arbobeleid in een retailonderneming moet je onder andere de volgende algemene uitgangspunten in acht nemen:
• De werksituatie van personeel moet zo veilig en gezond mogelijk zijn.
• Vermijd of beperk monotone arbeid.
• In geval van acuut gevaar moet de medewerker zich in veiligheid kunnen brengen.
• Arbeidsomstandigheden aan de werknemer aanpassen.
• Werk mag geen nadelige invloed hebben op de lichamelijke en geestelijke gezondheid.
• Je beleid is gericht op het voorkomen van psychosociale belasting.
• Je zorgt voor een goede verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
• Je houdt rekening met de vakbekwaamheid van werknemers.
• Je toetst je arbobeleid regelmatig.
Artikel 3
Dit artikel verlangt een arbobeleid van de werkgever. 
Voor dit arbobeleid is het volgende verplicht
• De werksituatie van personeel moet zo veilig en gezond mogelijk zijn.
• Vermijd of beperk monotone arbeid.
• In geval van acuut gevaar moet de medewerker zich in veiligheid kunnen brengen.
• Arbeidsomstandigheden aan de werknemer aanpassen.
• Werk mag geen nadelige invloed hebben op de lichamelijke en geestelijke gezondheid.
• Je beleid is gericht op het voorkomen van psychosociale belasting.
• Je zorgt voor een goede verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
• Je houdt rekening met de vakbekwaamheid van werknemers.
• Je toetst je arbobeleid regelmatig.kst

Slide 17 - Slide

Wat is GEEN verplichting uit de Arbowet voor een werkgever.
A
Thuisbezoek plannen bij ziekteverzuim
B
het voeren van een arbobeleid
C
maken van een risico-inventarisatie
D
voeren van een ziekteverzuimbeleid

Slide 18 - Quiz

Artikel 5
Artikel 5 van de Arbowet verplicht bijna iedere werkgever (jaarlijks) schriftelijk alle mogelijke gevaren op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn vast te leggen in een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).

Artikel 6
De werkgever moet maatregelen treffen die voorkomen dat er ongevallen ontstaan, waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

Artikel 5 
De Arbowet verplicht bijna iedere werkgever (jaarlijks) schriftelijk alle mogelijke gevaren op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn vast te leggen in een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).


Artikel 6
De werkgever moet maatregelen treffen die voorkomen dat er ongevallen ontstaan, waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

Slide 19 - Slide

Volgens welk artikel moet een werkgever een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) maken
A
Artikel 3
B
Artikel 5
C
Artikel 6
D
geen

Slide 20 - Quiz

Wat is het doel van de Arbeidsomstandighedenwet?
A
dat een onderneming geen problemen
B
een zo veilig, gezonde en prettige mogelijke
C
veroorzaakt voor de omgeving
D
werkomgeving gecreëerd wordt

Slide 21 - Quiz

Artikel 8
Artikel 8 van de Arbowet geeft aan wanneer en aan wie je voorlichting en onderricht moet geven. Voorlichting en onderricht zijn een van de pijlers van ergonomie.

 Hiermee bedoel je de manier waarop de werkplek is ingericht en de factoren die op de werkplek van invloed kunnen zijn. De Arbowet stelt dat de werkplek aangepast moet worden aan de werknemer en niet andersom.

Slide 22 - Slide

3 Gebieden waarop ergonomische aanpassingen gewenst kunnen zijn
Omgevingsfactoren
- Licht, geluid en klimaat
Fysieke belasting
- Tillen, staan, lopen, trekken, duwen enz
Informatieverwerking
- Het welzijn verbetert wanneer de werkgever de werknemer voldoende informeert

Slide 23 - Slide

Op welke manieren kan de ergonomie in de retail verbeterd worden?
A
In het magazijn wordt
B
Medewerkers wordt verteld hoe ze bijstand
C
een tillift aangeschaft.
D
kunnen krijgen als ze ziek zijn.

Slide 24 - Quiz

Op welke gebieden zijn de ergonomische aanpassingen gewenst?
A
Fysieke belasting
B
Omgevingsfactoren
C
Persoonlijke belasting
D
Informatieverwerking

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat versta je onder een beroepsziekte?
A
Ziekte waarvan de oorzaak ligt in
B
Ziekte waarvan de oorzaak ligt in
C
de ergonomische aanpassingen
D
de arbeid of de arbeidsomstandighede

Slide 29 - Quiz

Wat is geen taak van een bedrijfshulpverlener
A
Het verlenen van EHBO
B
Het voeren van een arbobeleid
C
Het beperken en bestrijden van brand
D
In geval van nood alarmeren&evacueren.

Slide 30 - Quiz

Veilig ondernemen
Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO).
Het KVO helpt om samen afspraken te maken om overlast, criminaliteit en onderhoud aan te pakken.
 

Slide 31 - Slide

Die eisen liggen vast in het Certificatieschema. 

Daarin is onder andere vastgelegd dat samenwerkende partijen een stappenplan volgen:
1. samenwerking vormgeven
2. veiligheidsanalyse
3. plan van aanpak
4. certificering
5. uitvoering
6. evaluatie
7. bijstellen plan van aanpak
8. hercertificering.

Slide 32 - Slide

Wat is het ‘Keurmerk Veilig Ondernemen’?
A
Erkenning van de kwaliteit van veiligheid
B
Controle op de veiligheid
C
van een winkelgebied
D
van een winkelgebied

Slide 33 - Quiz

Wat is het effect van het ‘Keurmerk Veilig Ondernemen’?
A
Een duidelijk signaal aan de winkeliers
B
samenwerking vormgeven
C
veiligheidsanalyse
D
certificering

Slide 34 - Quiz

Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)
richt zich op veiligheids-, gezondheids- en welzijnsrisico’s in de organisatie.

Slide 35 - Slide

Plan van aanpak
De Arbowet geeft een rangorde aan die je kunt hanteren bij het bepalen van een volgorde:
• wegnemen van risico
• verminderen van het risico door afschermingsmaatregelen
• beschermingsmiddelen gebruiken om de kans op schade te verkleinen
• blootstelling aan risico verminderen.

(stap 3)

Slide 36 - Slide

Welke onderdeel van een retailonderneming worden bij een RI&E NIET geïnspecteerd?
A
Machines en hulpmiddelen,
B
organisatie en werktijden
C
veiligheidsanalyse
D
personeelsplanning en werkoverleg.

Slide 37 - Quiz

Waarom stel je een risico-inventarisatie op.
A
Om de voorraad te inventariseren.
B
Om een beeld te krijgen van alle risico's
C
Om te weten hoe je de risico's kunt aanpakken
D
Om te weten of je genoeg voorraad hebt

Slide 38 - Quiz

Wat is de rol van de arbodienst bij de RI&E?
A
Maken van de RI&E
B
Arbodienst heeft hier geen rol bij
C
Uitvoeren van de RI&E
D
Bijstand verlenen en eventueel toetsen

Slide 39 - Quiz

In een bedrijfsnoodplan staat wie wat doet wanneer het RI&E in werking treedt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quiz

In een RI&E komt het vastleggen van
ziekteverzuim, bedrijfsongevallen en beroepsziekten in voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Wat is een arbozorgsysteem?
A
Structurele aanpak voor arbozorg in een
B
Keurmerk
C
organisatie.

Slide 44 - Quiz

Wat is NPR 5001?
A
Model voor arbomanagementsysteem
B
Een internationaal geaccepteerde norm
C
met richtlijnen op het gebied van arbozorg.
D
waaraan een systeem aan moet voldoen.

Slide 45 - Quiz

Over welke twee niveaus zijn de elementen van het model NPR 5001 verdeeld?
A
Uitvoerende niveau
B
Operationele niveau
C
Strategische niveau

Slide 46 - Quiz

De twee niveaus van het model NPR 5001 staan los van elkaar, maar ze beïnvloeden elkaar niet!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 47 - Quiz

Er bestaat voor elk zorgsysteemgebied, zoals kwaliteitszorg, een specifieke norm
A
Juist
B
Onjuist

Slide 48 - Quiz