07 01 2021 Oefenen nav toets

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

THV 1 L

Welkom

Lezen

Jouw leerproces

• Leesvaardigheid, spelling, formuleren en grammatica van Hst 1 en Hst 2 behandeld.
• Formatieve toets gemaakt
• Toets geanalyseerd: extra oefenen om leerdoelen te halen
• Je hebt nu minimaal 3 extra opdrachten gemaakt.

Planning

• deze week: extra oefenen na formatieve toets H1 en H2
• week 2: leesvaardigheid
• week 3, 4 en 5: grammatica, spelling, formuleren, werkwoordspelling
• week 6 en 7: leesvaardigheid en formatieve toets
• week 9: bijsturen / extra oefenen leesvaardigheid
• week 10: TEA 3: summatieve toets leesvaardigheid
• alle weken: gezamenlijk boek "Dief" lezen

Programma vandaag

• Bespreken van de extra opdracht leesvaardigheid over nieuwe stad in China
• Uitleg zinsdelen en oefenen

Leerdoel

Op het eind van deze les heb je geoefend met zinsdelen en leesvaardigheid.

https://www.google.com/url?sa=i&url=https%3A%2F%2Fwww.bibliotheek.nl%2Fcatalogus%2Ftitel.269513825.html%2Fde-dief-met-duizend-gezichten%2F&psig=AOvVaw2YV49_rVUlA1yIGWXgLKSt&ust=1609595935993000&source=images&cd=vfe&ved=0CAIQjRxqFwoTCJDq2qHy-u0CFQAAAAAdAAAAABAE

Welke personen spelen een rol?

Huiswerk

• Lezen in De dief met 1000 gezichten
  
• Minimaal drie onderdelen maken van oefenstof en inleveren met foto
• Sowieso oefenstof Lezen hst. 2 maken met het stappenplan Lezen

Leesvaardigheid

Tekst over Nieuw Ordos, China

Hoe werkte het stappenplan Lezen?

Stappenplan lezen

1. Leg je telefoon weg, zorg voor stilte en 25 minuten tijd
2. Lees de tekst globaal: titel, plaatjes, tussenkopjes en van elke alinea de eerste en de laatste zin.
3. Lees de tekst aandachtig, onderstreep de woorden die je niet begrijpt en zoek die op.
4. Bedenk nu voor jezelf waar de tekst over gaat.
5. Lees de vraag en ga terug naar de tekst voordat je antwoord geeft. Ga zo verder.
6. Maak de vraag ' wat is het onderwerp van de tekst' als laatste.  

Moeilijke woorden

• 
  


• bolide: raceauto
• façade: voorgevel, voorkant
• beamen: instemmen met, het ermee eens zijn


• floreren: bloeien, succesvol worden

Moeilijke woorden

• 
  
• wedijveren: proberen te overtreffen, concurreren
• imposant: indrukwekkend
• bolide: raceauto
• façade: voorgevel, voorkant
• beamen: instemmen met, het ermee eens zijn
• een slag om de arm houden: niet bevestigen, voorbehoud maken
• floreren: bloeien, succesvol worden

Zinsdelen

Louise, Nicole en Noa: boek 'De dief' verder lezen of opdrachten maken

Stappenplan zinsdelen

1. Zoek de persoonsvorm (tijd/getalsproef)
   
2. Zoek het werkwoordelijk gezegde (alle werkwoorden uit de zin)
3. Wie doet die actie nu van de werkwoorden? Dat is het onderwerp.
4. Zoek de rest van de zinsdelen: delen die je in zijn geheel kan verplaatsen naar een andere plek in de zin zonder dat deze betekenis verandert. 

De dj heeft vorig jaar zijn laatste optreden gegeven. 

 

• persoonsvorm?
• wwg?
• onderwerp?
• zinsdelen? 

De dj / heeft / vorig jaar / zijn laatste optreden / gegeven. 

 

• persoonsvorm: heeft
• wwg: heeft gegeven
• onderwerp: De dj
• zinsdelen: zie strepen

De dj heeft vorig jaar zijn laatste optreden gegeven.
Wat is de pv?

1. De dj
2. heeft
3. heeft gegeven

De dj heeft vorig jaar zijn laatste optreden gegeven.
Wat is het ow?

1. De dj
2. zijn laatste optreden
3. heeft gegeven

Welke verdeling in zinsdelen is goed?

1. De dj heeft / vorig / jaar / zijn laatste / optreden gegeven.
2. De dj / heeft / vorig jaar / zijn laatste optreden gegeven.
3. De dj / heeft / vorig jaar / zijn laatste optreden / gegeven.

Welke verdeling in zinsdelen is juist?

A In mijn achtertuin / moest / ik van mijn tuinman / de appelboom snoeien. 

B In mijn achtertuin / moest / ik van mijn tuinman / de appelboom / snoeien. 

C In mijn achtertuin / moest / ik / van mijn tuinman / de appelboom snoeien. 

D In mijn achtertuin / moest / ik / van mijn tuinman / de appelboom / snoeien.

In mijn achtertuin moest ik van mijn tuinman de appelboom snoeien.
Wat is het ow?

1. in mijn achtertuin
2. ik
3. de appelboom

In mijn achtertuin moest ik van mijn tuinman de appelboom snoeien.
Wat is het wg?

1. in mijn achtertuin
2. moest
3. moest ik snoeien
4. moest snoeien

Welke verdeling in zinsdelen is juist?

A In mijn achtertuin / moest / ik van mijn tuinman / de appelboom snoeien. 

B In mijn achtertuin / moest / ik van mijn tuinman / de appelboom / snoeien. 

C In mijn achtertuin / moest / ik / van mijn tuinman / de appelboom snoeien. 

D In mijn achtertuin / moest / ik / van mijn tuinman / de appelboom / snoeien.

Wat heb je vandaag (beter) begrepen of geleerd?

Welke vragen heb je nog over de stof van vandaag?

Verder werken

• Nog andere vragen over oefenstof ? Stuur me vandaag een bericht, dan verzorg ik uitleg op maat.  
• Maak de rest van de oefenstof van Hst 1 en 2 en kies de onderdelen die je nog niet goed beheerst. Kijk goed na.
• Bekijk vóóraf de theorie in je boek van Nieuw Nederlands en maak dan de opdrachten!

Het huiswerk en alle berichten gaan via Magister!